Het is gelukt. Vanmorgen dacht ik nog ‘Het neemt alleen maar toe’, na veel gesnotter en slapen, zoonlief die de thee en de cracker kwam brengen en opnieuw snotteren en slapen wist ik dat dit niet mijn manier is van ziek blijven. Ik ben voorzichtig. Ik weet wat het voor impact kan hebben, maar na een douche en in de kleren dacht ik ‘Zo gaat het goed’, extra pufje om te ondersteunen, de medicijnen van die dag en kalmpjes de werkzaamheden uitbreiden. De planten moesten water, het vaatje gewassen, een doekje over het fornuis.
Geen ernstig gehijg erna. Vooruit, nog maar een stapje bravoure verder. Een boodschapje in een kalm tempo. Daar had ik zo zin in, even wat anders dan bed of bank. Drie dagen al nauwelijks gegeten, dan heb je zo’n trek in iets lekkers. Al die vreemde dingen die lekker zijn voor mij, vanwege beperkte smaak en reuk. Hoera, bij deze super lag een zeewiersalade, het werd vers klaargemaakt in de winkel. Die ging alvast in het karretje. Een salade met appel en komkommer, zoute popcorn, goulashsoep, van die dingen.
Het wandelen, kalm aan dan breekt het lijntje niet, ging goed en zelfs de vier trappen naar boven, tree voor tree, stap voor stap en uitpuffen, eveneens. Op de bank en een programma op televisie geeft zicht op jonge kinderen die al vroeg heel ziek zijn. Dat relativeert onmiddellijk. Het is precies wat ik even nodig heb.Nu gaan we weer vooruit en ja, ik hou het lieve lijf goed in de gaten. Ik ken het per slot van rekening als geen ander.
Ik denk terug aan de keren dat mijn moeder ziek was, iets wat bij hoge uitzondering voorkwam, want ja, die zachte heelmeesters hè. Ondanks de drang tot het zorgen, kroop ze dan echt in bed, natte zakdoeken, rode neus, tranende ogen en volledige misere. Zorgde mijn vader dan extra voor haar. Dat weet ik niet, omdat het zo zelden was. Wij niet, of misschien de oudere broers wel. Zoals mijn kinderen zouden doen. Kopje thee, beschuitje, troostende woorden. Als moeder kon je eigenlijk gewoon niet ziek zijn. Een keer was het te erg en zou het langer duren. Toen kwam haar moeder, oma, om het huishouden te doen. Dat gaf een hoop gekrakeel want oma had zo’n beetje haar eigen opvattingen en voerde die ook eigenzinnig in. Dat was wennen, vooral voor de broertjes die op zoek moesten naar alles, voetbalkleren, sokken. Die lagen dan onder de matras, want rommel ruimde ze op die manier op, dan moesten ze het zelf maar gelijk op de goede plek leggen.

In het besef dat ik gezegend ben om ziek te kunnen zijn in mijn eigen tijd en daardoor alleen wat fijne dingen te missen, mijmer ik nog wat, over die grieperige moeder die wel om acht uur snotterend op was om iedereen naar school te dirigeren. Wat een zegen zal het zijn geweest als het huis weer stilte ademde. Gauw onder de dekens, voordat het te laat is en iemand toch nog roet in het eten gooit. De avondlucht is mijn deken. Ik vind die lichte wel aangenaam, die donkere laat ik voor wat het is. Ze oogt als een grote grijze berg. De zon heeft er maling aan.
Fijn dat het de goede kant op gaat
LikeGeliked door 1 persoon
ha die Berna
ja oma wist van wanten 😁
onze mem was 1 x ziek , op haar 90ste , was gelijk de laatste x
ben blij dat het je beter gaat
zieke kinderen zien of mensen in rolstoelen e.d. zet je gelijk weer wat recht
rustige avond groet
LikeGeliked door 1 persoon
Jaja, ik was verpleegkundige geweest en ben me er meer dan bewust van, gelukkig maar. Dank je Karel❤️🍀
LikeGeliked door 1 persoon