Een van de ingangen is ‘Wie ruikt lekker‘. De vingers vlogen over de toetsen, want daar had ik een duidelijk beeld bij met mijn reukloze neus:
‘De wereld ruikt alleen nog maar scherp. Scherp zoet, zout of bitter, scherpe rook of chemisch en verder gaat het leven reukloos voorbij, al een paar jaar. Verliezen van geuren gaat geleidelijk, tot voor twee jaar terug waren lekkere geuren als knoflook, vanille of anijs nog bij me. Maar nu vult mijn geheugen alles voor dat werkloze trilhaarepitheel in. Vooral zonder kookgeuren als kruiden te moeten, is een verlies. Maar daarom niet getreurd. Het staat me nog vers voor de geest hoe alles geurt. Combinaties kan ik feilloos op mijn herinnering maken. Koken is een van mijn liefste bezigheden.
Nu ik terug wil naar mijn jeugd en naar hoe mensen roken en wie, wordt het diep graven. De eerste geurherinneringen die opkomen zijn de mottenballen in mijn moeders klerenkast. Maar dat rook minder aangenaam toen, dan dat ik me nu voor de geest kan halen. Elke zondag naar de kerk. Daar waren mensen die naar kamfer roken met hun zwarte kamgaren winterjassen, waarbij die geur zich bij de mannen nog mengde met sigarenrook of pijp. Zo’n zware lucht. Niet echt lekker maar wel heel vertrouwd, want zo rook opa ook. Naar sigaar en kamfer. Opa was lief.
Iets later lagen er maja-zeepjes uit Spanje tussen mijn moeders kleren in hun zwart met rode papiertjes en kwamen er zakdoekjes met eau de cologne erop, een paar druppels uit de grote fles met het blauwe etiket en de krullerige letters. Als ze de was deed rook zijzelf en de hele keuken naar sunlight zeep, die wij dan mochten kloppen. Zachte geuren. Later werd dat vervangen door Dreft en Biotex, mijn moeder zwoer bij Biotex. Dat waren de lekkere geuren van het verleden, samen met de wierook, de brylcreem en de scheerzeep.
Ze werden extra lekker, die geuren van vroeger, omdat er een groot contrast was met de hele nare geuren van die tijd. Die van de fabriek van de Benenkluif op de Lange Lauwerecht, een penetrante geur van verbrande botten en verschroeid vlees die over alle straten hing en de zware koolraap- en bloemkoollucht in huis, als ze tot pap gekookt werden.
In Frankrijk leerde ik de frisse Marseille-zeep kennen. Wat een heerlijk goedje was dat. Je waande je in een veld vol bloemen als je een bloes aanhad, die gewassen was met Marseille-zeep.

Met mijn puberteit kwam er een heerlijke geur bij, die van Musk, Patchouli en Afghaanjassen. De allerlekkerste grond-geuren die je maar kan bedenken, zelfs als de jassen nat waren. Musk rook heel sterk en stoer, maar de patchouli maakte alles in me los wat er aan beleving te halen was. Ik droeg een druppel achter mijn oor of op een van de polsen met verve. Dat je zo in een geur past.
Toen ik ‘m in de verpleging niet meer opdeed, omdat sommige mensen het vies vonden ruiken, vergat ik het een beetje en werd die eigen-wijze geur gesmoord in de heftige Chanel 5 om me heen, die in de verpleging in de mode was in die dagen, maar eenmaal opnieuw mijn aardse geurtje geroken wist ik, dat dat voorgoed de mijne was. Daar wil ik alleen nog maar in wonen. Vanaf die tijd in de jaren negentig nooit meer zonder mijn Patchouli de deur uit. Ook dat ruik ik niet meer, zelfs niet uit het flesje, maar wat zou ik dat nog graag een keer willen opsnuiven.
Pas gewassen baby-haartjes met Zwitsal, iets mooiers en onschuldigers bestaat niet. Zijdezacht en heerlijk om tegen je aan te koesteren en diep op te snuiven opdat je nooit vergeten zal hoe dat intense gevoel was. Je weet pas wat je mist als het er niet meer is.
Er gloort hoop aan de horizon, want er is iets uitgevonden tegen deze kwaal. In de wintermaanden ga ik daar achteraan. Wie weet wat het oplevert. Vroeger zei men bij het moeten maken van een keuze: ‘Ja kan je krijgen, nee heb je’. Zo is het maar net. Het is de moeite van het proberen waard, want zonder geur en smaak is het leven een tikkeltje kleurlozer.
Wie niet waagt, niet wint.
Van de wierook in de kerk vroeger werd ik misselijk. Of van een medekerkganger die naar look ‘stonk’.
Van een versgewassen baby en gras na de regen en herfstgeuren word ik blij.
Ik hoop dat er voor jou een oplossing komt👍
LikeLike
ha die Berna
zal komen dat je niet meer ruiken kan , want ik sta er eigenlijk nooit zo bij stil 🙂
ik hoop voor je dat je , je ruik terug krijgt
LikeGeliked door 1 persoon
Dat hoop ik ook Karel, het niet ruiken komt weer door de pufjes, die ik gebruik. 😊🍀
LikeGeliked door 1 persoon
aha een puffie de boosdoener , ik heb er ook 1 sinds’07 , gelukkig geen last (nog )
we zullen voor je duimen
LikeGeliked door 1 persoon
Dankjewel
Ik heb er twee en heel soms drie😉
LikeGeliked door 1 persoon
zal het afkloppen , red me met deze ene , en soms een puf van een ander , voor korte termijn zal ik maar zeggen
LikeGeliked door 1 persoon
Dat hoop ik met je mee!
LikeGeliked door 1 persoon
dank je wel
LikeLike