Overpeinzingen

Eerst zien en dan geloven

Wat ons nou toch overkwam gisteren. Op de eerste plaats vond Lief op zijn gebruikelijke ochtendwandeling een dode wit/grijze rat. Dat is op zich niet vreemd, want er worden links en rechts van ons kippen gehouden en de beestjes komen op het voer af. De rat was overduidelijk door een vogel te grazen genomen. Er vloog een gaai op, maar die was bijna net zo groot als het dode dier. Die kon het niet zijn geweest.

Ik wilde met koek en zopie naar de Datsja en Lief besloot eerst het diertje uit de weg te ruimen. Hij wilde hem naar het open veld brengen. Ineens was er een gekrakeel van jewelste boven zijn hoofd en er zaten zeker drie buizerds die misbaar aan het maken waren. Ging die onverlaat er nu met hun prooi vandoor? Op zijn hoede stapte hij voort en dropte de vermeende prooi over de wal heen. Dan konden ze het daar gaan zoeken. Wij vermoeden dat het een ‘gezin’ is en deze drie de jongen zijn, die wat onhandig foerageren in de buurt van de Datsja, waardoor ze al vaker gespot zijn. Het zou een reden kunnen zijn voor de andere vogels om weg te blijven. Normaliter doen de wielewalen in deze tijd zich tegoed aan de overdadige vijgenoogst, maar ze hebben zich nog niet laten zien of horen. Alles zwijgt tot en met de tortels toe en dat is opmerkelijk.

Terwijl Lief het prieel aan het opschonen was, scheerde er nog een buizerd over het huis. Ze zijn imposant met hun grote spanwijdte van vleugels.

De druif is aardig gekortwiekt en nu is goed te zien hoe prachtig de oude druiventronken zich verhouden tot elkaar als een grillig vlechtwerk van moeder natuur. Langzaamaan wordt de Hof voorbereid op de winter. Het bladerentapijt wordt allengs dikker, waar nodig is wordt gesnoeid en de bollen zitten in de grond.

Het werd al met al een gure dag met een koude wind. We konden nog wel thee drinken op de veranda van de Datsja met de appelflapjes van gisteren erbij, maar al om vier uur trok het venijnig koud op. Trek in een hele warme soep, dus weer dwars door de koelkast heen en met de anderhalve courgette, doperwtjes, uien, knoflook en de laatste drie aardappelen een soepje getrokken met wat Italiaanse kruiden en een bouillonblokje. Heerlijk.

We vorderen gestaag in het boek van Judith Fanto: ‘Narcis’. Door het voorlezen en met het enige gehoor, mijn Lief, is het net of we elke avond naar een spannende film zitten te kijken. Fanto schrijft heerlijk beeldend, de dertiger jaren in het Oostenrijkse Wenen van de vorige eeuw met de daarbijbehorende oorlogsdreiging, met een vriendschap daar doorheen geweven van mensen met ieder hun eigen ideeën over die ontwikkelingen, wat een extra geladenheid geeft aan het geheel. Knap gedaan om de aandacht zo vast te houden.

Na de herfstweek met de kinderen gaan we vier dagen naar een hotel in Brussel centrum. Dan hebben we nog een paar fijne dagen samen, waarna Lief weer terug gaat naar de Hof en ik door naar Nederland. In December komt hij dan weer over. Dat overleven we nog net.

De zon schijnt uitbundig in het stralende blauw. Het warmt snel op. Volgende week wordt het weer 18 graden. Eerst zien en dan geloven.

3 gedachten over “Eerst zien en dan geloven

  1. Ik stel me hier levendig de film voor van Hitchcock ‘the birds’. Gelukkig liep het goed af en kunnen de hongerige vogels nu van een feestmaal genieten.
    Je hebt mooie vooruitzichten. En dag per dag komt alles goed. Gemis is er altijd, maar goed gezelschap dus ook altijd.

    Geliked door 1 persoon

Reacties zijn gesloten.