Overpeinzingen

Het blijft altijd afwachten

Het tuincentrum heet ‘Oázis’. Wat scherts mijn verbazing dat mijn oog door het linker portierraam onmiddellijk valt op de vlinder die daar de bloeiende witte lavendel bezoekt. Een opvallende soort, maar ook nog eens een betamelijk groot exemplaar, de kolibrivlinder. Uitgebreid gaat haar lange roltong tijdens het foerageren in elke kelk die ze ziet, zelfs als ik heel dichtbij kom, blijft ze wapperen met de vleugels. Dankbaar maak ik gebruik van deze gelegenheid om haar op de foto te zetten.

Hier is het een oase aan bloemen en planten. Voor buiten zijn de herfstasters, de violen en de heidesoorten in grote getale aanwezig, van de laatste komen er drie in de kar voor de heidetuin. De bomen laten we voor nu links liggen. We willen naar de bollen. Het blijft dwalen, zelfs hier in dit tuincentrum dat nauwelijks eenderde groot is vergeleken met de tuincentra in Nederland. Er is een afdeling rimram, vinden wij dan, protserige paddestoelen, plastic elven en kabouters, grote kikkers van beton, polyamide bladslingers, een grote pauw, buddhabeelden en beeldjes, nepvogeltjes, halloweenversieringen compleet met spinrag en plastic pompoenen en ga zo maar door.

De bollen liggen in een schap verderop. De enorme tulpen en narcissen exemplaren vooraan, maar als we verder zoeken komen de scilla, de sneeuwklokjes, de kievietsbloemen, de boshyacinthen, de anemonen en de irissen tevoorschijn en springen in ons karretje. Een grote zak gemengd bloemenzaad voor de voedselhof en een mengsel voor de bloementuin. Lief tikt nog een solide bladhark op de kop en na een vriendelijke caissière laden we alles tevreden in Agaath. Mooie foto’s, en mooie vooruitzichten rijker.

Het boek ‘De Narcis’ van Judith Fanto bevalt goed. Dat wil zeggen, ik lees iedere avond een of twee hoofdstukken voor. We zijn getroffen door haar prachtige manier van schrijven, erg op het detail, humoristisch en met kennis van een heleboel onderwerpen en historische feiten. De kern van het verhaal wordt, naarmate we in het boek vorderen, steeds aangrijpender. De eerste barstjes in de vriendschappen ontstaan al, maar op een hele subtiele wijze. Tijdens dat ene sfeervolle uurtje in de vroege avond zitten we allebei volledig in het verhaal en leven met de vriendengroep mee. Het voorlezen is inmiddels een meerwaarde geworden.

Lief is nu in de ochtend de landjes in orde aan het maken, hij noemt ze de ladang, zoals er vaker eigen namen komen voor hele delen van de tuin. Het filosofenpad loopt in een keer van voor naar achter in het bos en nu de bomen hun blad verliezen kan je zelfs nog verder naar achteren toe kijken. Al mijmerend over alles wandel je er overheen, langs wat objecten die de natuur zelf kunstig heeft opgeworpen met hier en daar een object door Lief toegevoegd. Oude houten Afrikaanse beelden bijvoorbeeld op of aan een stam. Met straks dan sneeuwklokjes en boshyacinthen onder het uitbottende groen. Daar droom ik graag over, al dan niet wandelend. We gaan eens even een paar geschikte ladangs uitzoeken. En dan maar hopen dat het aanslaat. Het blijft altijd afwachten.