Gisteren was het een dag van de bijzondere ontmoetingen. Ik liep naar de Utvar om de crackerkruimels uit de broodtrommel voor de mussen te strooien, toen ik nog net op tijd een juveniel slangetje weg zag glijden. We waren verheugd. Na onze vondst van vader of moeder slang in de caravan van ruim een meter twee jaar geleden en de grote esculaapslang in het bos had ik ze niet meer gezien. Dit was een teken aan de wand dat er veel meer zullen zijn en dat de Hof nog altijd garant staat voor een zeer divers leven.
Na de brunch was het atelier aan de beurt. Ik liep het pad af en het trapje op en daar zag ik een keutel op de mat liggen. Een hard en langwerpig drolletje. Peinzend haalde ik de stoelkussens en de schapenvachten te voorschijn en vestigde me op de veranda in de grote witte rotan stoelen om eens te bekijken wie er dit keer bij wijze van spreke ‘Op mijn kop gepoept had’. (ken Uw klassiekers).

Peinzend keek ik af en toe op om eens goed na te denken over vorm, consistentie en kleur, toen er plotseling een roofvogel op ooghoogte voor de bomenrij tegenover de veranda wegvloog, zo op het eerste gezicht qua kleur een buizerd. Zo dichtbij, ik had hem bijna kunnen aanraken of hij mij. We hebben er al langer een in de bomen op de Hof gezien, maar hij is ons telkens te snel af voor een foto. Heel bijzonder, want zo dichtbij zag ik hem nooit.
Bij een wandeling naar het achterbos kwamen we nog twee keer van dergelijke keutels tegen. Bij de thee analyseerden we dat het waarschijnlijk van een egel zou kunnen zijn, al dacht ik eerst dat het niet mogelijk was vanwege het trappetje dat hij dan had moeten beklimmen. Het blijkt dat ze over een groot territorium beschikken en heel goed kunnen klimmen. Dan zou het kunnen. Drie leuke ontdekkingen tilt de dag een eindje op.
De opdracht voor vandaag zorgde ervoor dat ik in de wereld van de Bumperstickers werd gezogen. Nooit, maar echt nooit, zelfs het woord zelf niet, is iets dergelijks in mijn gedachten komen rondzingen. Ik las even daarna de column van Lidewij Edelkoort. ‘the Future is Handmade’. Ze schrijft over Birgitta de Vos. Zij is een vriendin en een creatief talent die uitgroeide tot een succesvol en vernieuwend ondernemer met een reeks voortdurende successen. Dat zorgde na 15 jaar ervoor, dat ze zich afkeerde van de marketing. Ze stapte er uit en ging sabbatical waarmee ze gehoor gaf aan haar innerlijke zelf. Ze ging terug naar minimalisme en natuurlijke stoffen en besloot te kiezen voor het leven en de liefde en de vrijheid om te gaan waar de wind haar naar toe zou voeren. Ze maakte fotografische reizen naar India en Afrika, die gebundeld werden tot een boek: ‘Out of Fashion/The New Fashion en ging ‘handgemaakte iconische boeken maken.’ Er volgden meer publicaties. All InNothing/Nothing In All is haar meest radicale boek tot nu toe, dat draait om principes met het oog op minder doen om meer te worden – een pelgrimstocht waarbij papier het conceptuele materiaal van expressie wordt’.
Dat zou een mooie bumpersticker zijn: ‘Minder doen om meer te worden‘.
Ik teken ervoor.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.