Overpeinzingen

Wij vermaken ons wel

Dankzij de schrijfingang van vanmorgen was ik even terug op de De Kerstavond van Mevrouw Klein Sprokkelhorst, een avond vol kunst en cultuur, die precies tien jaar in December vaste prik was in de stad IJsselstein. Ik denk dat ik er een aantal keren bij was, zo niet allemaal. Mijn aandeel was verhalenverteller in de meest uitgebreide zin van het woord. Niet zelden met een Kamishibai, waarbij de platen ter ondersteuning waren van de vertelling en de aankleding een uitdaging was om het zo sfeervol mogelijk te maken. Vaak in de huiskamer van mensen, waar dan plaatsen werden gecreëerd voor zo’n 10 tot 15 toehoorders.

Ik ben de verteller geweest van ‘Het geheim van de keel van de Chinese Nachtegaal’ in een depot van het plaatselijke museum, van ‘Krokodil en het Meesterwerk’ in het atelier van een kunstschilder, van het verhaal van ‘De Vos en de kleine Prins’, samen met een lieve collega en met haar een jaar later ook ‘Het Poppenhuis’ naar het poppenhuis van het museum Utrecht met Kamishibai en getekende figuren uit het verhaal op stokken in de poppenhuiswinkel en verkleed als de hoofdrolspelers uit het boek en twee jaar ‘Kikker en zijn vriendjes’ met een andere collega met handpoppen en de Kamishibai.

De rollen hadden we vaak zelf uitgekozen, de uitwerking samen bedacht. Het was kleinschalig en het werd door de huiskamers een knus en betrokken samenzijn met publiek dat zo dichtbij zat, dat ze helemaal konden opgaan in het verhaal en wij niet minder. Vaak vertelden we zeven tot tien keer op die avond en aan het eind was je compleet leeg maar zo gelukkig.

Na die tien jaar is de commissie andere manieren gaan verzinnen, die ook feestelijk of verrassend zijn geweest, maar wat de intieme sfeer van die kerstavonden, wat mij betreft, niet geheel en al heeft kunnen evenaren. Het toneelspelen bleef. Een soort midden tussen straattheater en een typetje. Ik merkte wel dat de jaren parten gingen spelen en op een gegeven moment heb ik het afgebouwd. Nieuw elan geeft nieuwe inspiratie.

Het zijn de herinneringen die af en toe boven komen drijven. Die me terugbrengen naar die glorietijden van weleer. School, de band, toneel, theater.

Met een brede glimlach denk ik eraan terug en aan ons eigen theater hier. Waar onze toehoorders de vlinders, de wespen, de bijen, de spinnen, de sprinkhanen, de hagedissen zijn en soms de reeën of een vos. Het stuk voltrekt zich zonder woorden met als muziek zinderende warmte of de wiegende wind. Pantomime op hoog niveau. ‘Tadaaa, hier zijn voor U de veldbloemen uit het duinriet verrezen, zorgvuldig ontward uit heggerank en braam, zij spelen voor U de voorstelling ‘Het voedselbos’ en geven ruim baan aan de nietigheid om ze in volle glorie te bejubelen. Hier zijn voor U; De Distel in al haar pracht, de Wilde Cichorei, de Veldsalie, het Boerenwormkruid, de Wilde Peen, het Grote Blaasjeskruid, de Wilde Malve, het Vlasbekje, en daar, hangend aan hun takken de Kardinaalmuts, de tweekleurige Hibiscus, de Vlierbes met in hun kielzog twee Olijfboompjes, vijf Walnoten en de grote Es. Zegt het voort’. Er is genoeg te doen. Wij vermaken ons wel.