Overpeinzingen

Drie keer raden

Al weken lang stonden de fietsen op het terras geduldig te wachten. Af en toe kregen we een ongeduldige hint. De banden van de oude racefiets van vriendinlief, waar Lief nu op reed, liepen een beetje leeg. Het wit van de hagelnieuwe elektrische fiets had een stoffig laagje gekregen en af en toe bekroop me hun lichte verwijt van onbruikbaar zijn door de uitgesproken aanwezigheid. Gisteren was het eindelijk zover. De temperatuur was op een normaal peil aangekomen, rond de 25 graden, het zonnetje scheen af en toe, ideaal fietsweer.

De banden werden opgepompt, het stof eraf geblazen, makkelijke kleren aan, die tegen een stootje konden, je weet maar nooit waar je terechtkomt…En gaan.

We fietsten richting Kispeterd en daarna door naar Botykapeterd, dat was het plan. Voorlopig hielden we ons nog aan gebaande wegen, maar toch bekroop ons steeds meer de drang om een avontuurlijker pad te kiezen. Al vaker heb ik de kwaliteit van de wegen genoemd. Ze zijn niet best en het blijft oppassen geblazen, dat je niet ineens door een weggeslagen stuk van je fiets aframmelt en het blijft laveren tussen alle oneffenheden door. Het went, maar het verlangen naar echte fietspaden blijft. Af en toe stuift er zo’n enorm landbouwwerktuig voorbij met het nodige stof en zand in het kielzog en de bus houdt ook van doorrijden, dat is wel duidelijk.

Spijtig is dat er zoveel landbouwgrond is aangelegd dat het de verbindende landweggetjes heeft opgeslokt. Het resulteert in einddorpen, waar niet meer verder is te gaan omdat elke vorm van weg ophoudt of het zelfs is afgesloten door diepe greppels of prikkeldraad. Barrières zijn er om te slechten, maar met een fiets aan de hand is dat een pittige moeilijkheidsgraad. Toen we dan ook bij Botykapeterd de weg overstaken om een weg te volgen achter een fabrieksterrein, strandde het weggetje in een grote akker. We bedachten dat we al lopend langs de bosrand, misschien dan daar toch de weg konden vervolgen, maar niets was minder waar. Aan den lijve ondervonden dat het echt een eindweg was. Er zat niets anders op de akker diagonaal over te steken terug naar de fabriek. Ik duwde de racefiets voort en Lief mijn zwaardere elektrische exemplaar. Voordeel van de eerste was dat ik om de paar meter kon uitrusten op de stang. Zuurstof happen en door.

Van Botykapeterd naar Kispeterd is het heerlijk fietsen, een goed onderhouden weg door de gemeente, namen we aan. Dan voel je de vrijheid even. We scoren wel altijd verbaasde blikken van omwonenden. Die fietsen hooguit van A naar B en het liefst zo snel mogelijk, dus ook over de grote drukke wegen, waar je je leven niet zeker bent. Daar wagen we ons niet aan.

Kenmerkend in de dorpen zijn de oude en verlaten huizen her en der. Ze staan stilletjes te vergaan tussen de normale huizen in, ingezakte daken, scheve muren, bomen die in het huis zelf groeien, overwoekerde tuinen en binnengeslopen klimop of blauwe regen. Als een gebit, waar de tandarts niet alert genoeg op is geweest. Het maakt de dorpelingen kennelijk niets uit, ze leven zelfs nog in hun huis met ingezakte stukken, een dak, een muur, noem het maar. Iets in de trant van ‘Wachten tot er geld is, want je kan geen ijzer met handen breken’.

Na de akker was ik blij weer op de fiets te kunnen zitten met een frisse wind door de wapperende haren. De schoonheid van de wilde natuur hadden we opgeslagen in ons hoofd en op de foto’s. De wilde hop met haar bellen, de onmetelijke vlakten, de uitgesproken boeiende luchten erboven. ‘Waar kun je geen genoeg van krijgen’, vroeg de schrijfcoach vandaag. De aarzeling voor mij persoonlijk was er tussen taal en natuur. Drie keer raden.

6 gedachten over “Drie keer raden

Reacties zijn gesloten.