Overpeinzingen

Dat lijkt me belangrijker

Rond een uur of twee was de winkel aan de beurt om kleding in te slaan voor Lief. T-shirts in allerlei kleuren, twee lange broeken, twee korte broeken en een dik hemd dat aan kan als het net wat kouder is. De tas laat ik in de auto staan, want anders moet ik de toch behoorlijk zware last mee naar boven slepen.Een zwembroek is nergens meer te vinden, ja, korte modellen. Zijn de bermuda’s uit het modebeeld verdwenen? Geen idee.

Zoonlief zit in Ubud met de kleine Njong, ze moeten zich even samen vermaken. Iedere dag is er een hoofdactiviteit. Een wandeling naar de rijstvelden, zwemmen, een scootertochtje, waarbij de kleine parmantig voorop zit met een helm op. Er druppelen meer vakantiekiekjes binnen maar gelukkig ook een heleboel berichten van de stations, waar het pannenprotest voor hulp aan Gaza te horen is. Het levert altijd weer zo’n wee gevoel op als ik er aan denk en dat is heel vaak op een dag. Mijn hart huilt.

Als troost vloog er gisteren een libel op het hekje tussen het balkon van de buren en het onze. Zoonlief zag hem het eerst met zijn scherpe vogelaarsblik. Het beestje had nagenoeg dezelfde kleur als het hekje. Het blijkt voor 76% zeker een heidelibel te zijn, zegt de app. Weinig heide hier in de omgeving. ‘Dan is ie verdwaald’, zegt zoonlief lakoniek. Ja, constatering van een feit. Lang leve deze hulpmiddelen. De clematis kwam ter meerdere eer en glorie van mij in bloei, hoera. Zo fraai om te zien en te weten dat er zo nog veel meer komen. Ook de lavendel tiert welig. Ik ben benieuwd hoe die in de kruidentuin in Verweggistan erbij staat.

Gisteren kon ik de medicijnen ophalen. Het hele pakket compleet en alle puffers zitten erbij. Ik zorg wel dat het drama van de vorige keer zich niet hoeft te herhalen. De Groene wordt voor drie maanden opgestuurd. Als ze hier op de stapel komen te liggen, blijven ze liggen, is de ervaring. Daarginds kan ik me iedere dinsdag verheugen op nieuw leesvoer. Digitaal lange artikelen lezen gaat moeizaam of ik vergeet het zelfs. Geef mij maar een knisperende papieren versie.

Straks ga ik met Agaath naar de garage. Er is een constructiefout, die in al deze types zit en dat moet verholpen worden. Ze zijn er een half uurtje zoet mee, dat is te overzien. Misschien willen de mannen ook de bandenspanning even nakijken. Dat zou heel lief zijn. Het is namelijk niet mijn eigen garage. Durf te vragen. Je weet nooit hoe een koe een haas vangt.

Dan wachten op de tuin nog de vier stoelen achter het atelier. Die moeten daar weg. Het zijn brandvoorschriften. Geen punt. Dan zet ik ze zolang er voor. De sleutels gaan daarna naar dochterlief. Ik neem gelijk twee fijne vakantieboeken voor haar mee. ‘Het Zoutpad’ van Raynor Winn en het boek dat er opvolgt: De wilde Stilte. Er is een hoop ophef over het feit of het boek naar waarheid is geschreven, maar dat interesseert mij niet. Het is een goed geschreven boek en er valt een hoop aan inspiratie uit te halen. Wat een geneuzelarij. Ze dealt er zelf mee. Dat is genoeg. Daar hoeft niet heel de mensheid over te struikelen. Er is genoeg leed om wel over te struikelen. Dat lijkt me belangrijker.