De wind trok met regelmaat aan het open raam, onrustig, razend, rammelend. Terwijl het al verder waaiend onder de deur door een hoge zangerige toon gaf. Iets om wakker van te worden. Dat gebeurde ook. Vastbesloten om slaap in te halen trok ik het raam dicht en viel de stilte in. Ogen sluiten en pas rond vijven weer open. Zo was het goed. De avond er voor had ik, met een hele nacht hanenwaken, al vroeg het bed opgezocht. Te moe om ‘om het even wat’ nog te volgen.
Regen tegen het raam. Na al die droge dagen een welkome afwisseling, maar dochterlief en ik zouden vandaag wel naar de tuin gaan. De temperatuur is prima. Rond de twintig graden en bewolkt. Nu duimen dat we het tegen die tijd droog houden. We willen een andere plek voor de composthoop bedenken. Dat zal niet al te makkelijk zijn. Ik weet eigenlijk niet meer of ik er een riek heb staan, want dat is een uitstekend middel om de berg leeg te scheppen. Misschien toch maar afvoeren naar de gemeentelijke biobak. In ieder geval ruimte scheppen, de tuin ophogen en meer bloeiende vaste planten erin. Er is werk aan de winkel.
Gisteren was er al een omslag van het weer. Het begon voor het eerst te druppelen, toen ik met Agaath en twee bakjes soep in een tas met een vers gebakken Turks brood richting zoonlief ging. Alleen thuis dus alle tijd voor een goed gesprek. Het sfeertje als vanouds, diepe genegenheid. Het gesprek kabbelde vrijuit over de paden van het leven met bergen en dalen, obstakels en heerlijkheden, over kinderen en groter groeien, over verschillen en overeenkomsten. Het is fijn om ervaring te delen en om dat in die vertrouwde sfeer te mogen doen. Vroeger zei mijn moeder altijd: ‘Maak van je hart geen moordkuil.’ Met andere woorden maak je hoofd leeg. Zijn knie deed al veel minder pijn. Het ergste was achter de rug, vanaf hier kan hij weer omhoog kijken.

De Harira viel in goede smaak en er was nog voldoende voor de avond, want de drie rakkertjes en zijn vrouw kwamen pas de volgende avond terug. Tegen vieren namen we met een warme omhelzing afscheid. Dinsdag zal ik met een pan vol spaghetti opnieuw er heen gaan.
Lief videobelt straks. Ik kijk er naar uit. Het gemis is er, maar de leegte wordt hier met genoeg reuring opgevuld, toch is het fijn om even tegen hem aan te leunen en omgekeerd, want in de Hoff is het alleen-zijn in de natuur de afleiding. Er is meer dan genoeg te doen, maar toch.
De Nomade is ondertussen uitgelezen. Het is de opvolger van de Camino. Ik kreeg het gevoel een format te zien, dat in haar vorige boek ook gebruikt was. Het kostte moeite me te verplaatsen in de beschreven locatie. Onbekend gebied uiteraard. Het plot warrig en toch voorspelbaar. Nu door met Krekel, waar ik ineens een sprookje doorheen zie schemeren. Nee, ik verklap niet welke. Dat zou de spanning wegnemen.
Na zoonlief ben ik de kringloop binnengewipt. Doelloos een beetje struinen tussen de kleding, de uitgestalde waar en de meubeltjes en resoluut langs de boeken gelopen. Bewust, want eerst moet de stapel ‘nog te lezen’ slinken. En dat doet het. Traag maar gestaag.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.