De nacht was zoals alle eerste en enige nachten in een hotel. Wennen aan het uitzicht, een licht zoemend geluid van de ventilator, raam iets en niet te ver open, zoals geboden is op een aanplakvel op het raam in alarmerend rood. Het zorgt er altijd voor dat ik rond drieën klaar wakker ben en dan om de gedachte-stroom te stelpen, Hongaars ga leren. Het werkt als een soort ontspanning. Veel is herhalen, want ik doe dit, op drie dagen na, bijna een jaar lang iedere ochtend en nog zit de vermaledijde constructie niet in het hoofd. Woorden wel hoor. Ik ken er heel veel, maar al die vervoegingen. Terwijl het hoofd zich daarover breekt, ontspant het lijf.
Gelukkig val ik doorgaans daarna in slaap en wordt dan toch verkwikt wakker. Ik lees in de gegevens van het hotel dat het ontbijt op zondag vanaf half zeven wordt geserveerd, dus rond kwart voor acht zit ik aan tafel. Er is breed uitgepakt met allerlei lekkernijen. Niet te geloven. Bij mij gaan dan altijd direct de gedachten uit naar het tijdstip dat het ontbijt is afgelopen. Wat gebeurt er met al die uitgestalde waar. Wordt het aangevuld en de volgende dag weer gebruikt, is het nodig om zoveel luxe uit te stallen. Ikzelf ben sober met mijn ene broodje kaas, een minicroissant met jam en twee koppen capuccino, maar sommige mensen lopen tot wel vier keer toe naar de heerlijkheden toe. Wat ik mis zijn de crackers. Zo’n enorm aanbod en toch nog wat te missen. Ik hoor mijn moeder zeggen: T’is ook nooit goed of het deugt niet.’ En dat kan ik alleen maar beamen. Maar ik heb niet geklaagd en het feit vrouwmoedig gedragen.

De reis was opnieuw een zonnetje. Weliswaar twee files, die in Duitsland met regelmaat uit de lucht komen vallen omdat er niet altijd matrixborden zijn. Ze zijn te verwachten in het drukke Ruhrgebied, dus is de geest extra alert. Rond drieën reed ik bij Arnhem het land binnen en dan gaat het voor je gevoel op een sukkeldrafje verder, richting huis.
Zoonlief had in de ochtend al geappt hoe laat ik terug dacht te komen. Tussen drie en vier had ik geantwoord. Klokslag vier uur was ik er. Zoon sjouwde de koffers. Ze hadden goed op het huis gepast en het tot in de kleinste hoeken schoongemaakt. Het zag er allemaal spic en span uit. Zo groot, zo ruim, zo licht, wat op zichzelf opmerkelijk is, want het huis in Hongarije is drie keer zo groot. Het komt door dat lichte van een bovenwoning, iets wat ik altijd bijzonder heb gevonden. Nergens valt er zoveel lucht in alle toonaarden te bewonderen dan hier, hoog en droog.
Er is een alarmerende brief over de auto en een slangetje, wat niet correct zou kunnen zijn. Vandaag maar eens de garage bellen wat het euvel is. De rest van de post is vooral veel lekker leesvoer. Een stapel groenen, de Zin en wat bedelbrieven. Ik kom de dag wel door. Morgen is zoonlief jarig, maar hij viert het niet. ‘S Middags staat er een afspraak met de kapster. Ondertussen kan ik even bedenken, hoe er stiekem te verwennen valt. De dag daarna zijn er twee boekenclubs. Bij het horen van mijn komst was de agenda binnen de kortste keren aan het vollopen. De rem erop heb ik nog niet kunnen vinden. Dat is voor later.
Zo. Ook deze nacht kende haar wen-uren. Ik probeer nog wat slaap in te halen nu het hoofd leeg geschreven is. Het uitzicht is als vanouds met een reversibele zonsopkomst in de spiegelramen van het grote kantoor. Door het open raam koert dikke Dollie duif en fluit de merel haar lied. Geen wielewaal, geen nachtegaal, die zijn voor Lief die ik node missen zal. Alle drie trouwens.
Hier koert Dollie duif ook … mooie day
LikeGeliked door 1 persoon
Die koert werkelijk overal😂
LikeGeliked door 1 persoon
Welkom thuis. Met de rust in het hoofd zal je er weer snel invliegen. Hongaarse woordjes leren? Misschien moet ik het ook doen ’s nachts?
LikeGeliked door 1 persoon
Dankjewel. Het zal lukken om te aarden. Ook leuk, al die verschillende ontmoetingen. Haha, ik zou een andere taal kiezen als het om het even is😍❤️
LikeLike