Lief wilde nog twee batterijen voor de bosmaaier erbij hebben. Een in de machine, een die vol was om er in te stoppen als de eerste leeg was en een ondertussen in de acculader. Als je weet dat de Hof een hectare groot is, dan is het goed te begrijpen. Er valt veel te doen en hij pept zijn lichaamsvitaliteit er mee op tot die van een joviale vijftiger. Daar kan in ieder geval geen sportschool tegenop. Het sjouwt, het zaagt, het gaffelt, het graaft, het snoeit, het sjouwt, het maait tot in het oneindige. Misschien is dat jeugdige uiterlijk ook te danken aan zijn nog immer bruine haardos, er zit een kwart Indonesië in zijn bloed, maar 75 en zo fit zie ik ze zelden.

Het is al veel te laat om nog te schrijven. Het is al half zes. Het komt omdat we op pad gingen voor extra batterijen voor de bosmaaier. In Szigetvár wisten we een winkel die accessoires van het mer verkocht. Maar dat was een onooglijk klein winkeltje. Het kon besteld worden, maar Hongaarse bestellingen zijn niet altijd op z’n snelst op de plek van bestemming. Ze belde even naar Pécs en in die winkel hadden ze er zeker ngo twee liggen.
Toen ik aan kwam rijden stapte er een man uit een autootje die overduidelijk een hemiplegie had gehad. Zijn rechterarm hing er slap en doelloos bij. Ik wachtte even in de auto omdat er geen plek meer was in de winkel. De man bleek eindeloos aan het woord te zijn. Toen hij terug liep naar de auto, stapte hij in, de rechter arm ondersteunend en reed met een hand aan het stuur weg. Het was geen aangepaste auto. ‘Hoe dan?’ vroeg ik me af.
Op naar Pecs, zwaaien naar ons huis, want we kwamen weer langs Nagypeterd en via hobbeldebonk naar de winkel op de berg, dezelfde als waar we de bosmaaier ook gekocht hadden. Onderweg was de politie flink aan het controleren. Op de doorgaande wegen mag je 90 en in de dorpen 50 en er wordt heel streng op toegezien. Wel handig met een hybride, want het spaart benzine uit.
Ze hadden ze al klaar liggen, dus we konden zo door naar die ene Duitse supermarkt, die de goedkoopste is in Nederland en hier nog meer. Zo gezellig altijd weer. Daar ontdekken we Indiase en Vietnamese producten, Koreaans en Japans bier, cruesli repen per 6, stroopwafels en heerlijke kappertjes. Eindelijk weer. Ik dacht dat ze ‘meerzout’ hadden. Huh Meerzout. Schakel de schakel. Zeezout dus. Haha, het is wat met die talenmixen.
Onderweg fantaseerden we over het voedselbos. Daar is de bosmaaier ook voor nodig, omdat hij makkelijk even te pakken is en je dus lapje voor lapje kan ontginnen. Bomen hebben we hier in overvloed. Te beginnen met de vlier en de fruitbomen, maar de hibiscus die overal opkomt mag er ook plek vinden. Walnoot, hazelnoot en vijg groeien wat langzamer, maar die kunnen tussen de snelgroeiers staan.
Greet is bijna uit. Ik moet mijn mening, die geschoeid was op de algemene opinie, toch bijstellen. Ik ben er wel van overtuigd dat zij zelf te goeder trouw is, al zijn er wel wat tegenstrijdigheden waar te nemen. Wat het idee erachter betreft, tja, daar kan en wil ik me niet mee vereenzelvigen. Maar uit op macht is ze zeker niet en uit op geld evenmin. Het feit dat ze ook niets in welke Godsdienst ziet, pleit voor haar. Er is maar een gelóóf. Dat zei de Heer Dijkhuizen in Huize Solglytt ook tegen mij als jonge verpleegkundige. Hij hief daarbij zijn benige hand omhoog en wees met de wijsvinger naar zijn God en sputterde wat spuug in het rond van opwinding. Dat had hij van een of andere beroemde preker in Noordwijk die elke zondag volle kerken trok.
Daarna gaf hij mij zijn grote grijns om daarna weer in zichzelf te keren. Ik stopte hem lekker onder de schone lakens en verliet zachtjes de kamer.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.