Taal en verbeelding willen gevoed worden. Een woord, een andere omgeving, een boek, een gebaar, noem het maar. Gisteren was zo’n dag dat ik aan nieuwe voeding onderhevig was. Lief was inmiddels bij met het werken in de tuin en daardoor konden we prima een nieuwe indeling van de dag maken. Tot een uurtje of één klussen en dan er op uit. Er viel nog een klusje te klaren. Om voor het huis te kunnen maaien hadden we het plan opgevat toch maar een betere bosmaaier aan te schaffen. Eentje die lichtgewicht is en minder lawaai belooft. Daarvoor reden we over de slechte 6 naar Pécs. Een adres van vriendlief beloofde daar een bosmaaier, die we direct mee zouden kunnen nemen en aangezien de nood aan de man was qua graslengte, kwam dat goed uit.
Een hele aardige verkoper, die eindelijk volstond in staccato korte zinnetjes, waardoor ik veel kon volgen, hielp ons dusdanig, zodat we in een half uur met hele lange bosmaaier met garantie en al, passend en metend Agaath konden belasten. Dat betekende: Lief met dubbelgevouwen benen voorin, maar het gevaarte was veilig opgeborgen. Thuis uitladen, nog een sanitaire stop en weer op pad. Ditmaal naar het meer van Domolos met landhuis, dat niet meer voor publiek toegankelijk was. Het lag op de ons bekende wijnberg, waar de oude vervallen wijnhuizen nog stille getuigen waren van de glorieuze tijden van weleer. Dus maakten we een tour door de heuvels in de wijde omgeving tussen Szigetvár en Kaposvár in.
Ik wilde eens kijken naar het dorp achter het Blauwe dak, een plaats waar veel Nederlanders vroeger woonden, Boldogasszonyfá. Het dorp was goed te doen, de weg zoals gewoonlijk slecht, dus dat werd behoedzaam rijden en uiteraard belandden we op een eindweg, maar met een verrassing. Aan het eind waren meerdere lemen wanden met gaten erin. Erboven af en aan vliegende en kwetterende zwaluwen. Hoera, we hadden de broedplaats van deze mooie vogels ontdekt.

Na wat foto’s reden we door en sloegen af naar een weg bij Bòszenfa, die regelrecht naar de heuvels leidde aan de rechterkant. Ook een onbekend gebied. Glooiende wegen, wisselend van kwaliteit, uitgestrekte groene boterbloemenweiden met witte runderen, wilde paarden en pony’s. Ergens midden in het land een modern bedrijf met een enorme hoeveelheid kassen. Het bedrijf zelf was prachtig beschilderd, op bijna graffiti-achtige wijze. Tomatenkwekerij, zou je bij de afbeelding ervan denken. Ook werden de dorpen gewezen die in de buurt waren.
Vogels hoog in de lucht, een grote farm annex manege en de aloude dorpjes met authentieke Hongaarse erfjes, schots en scheef en nog geen syllabe verandert. Alsof je 50 jaar terug in de tijd geworpen werd. Hier en daar woest hondengeblaf of gakkende ganzen, waakzaam als altijd. Op route 66, jawel echt waar, de weg van Kaposvár naar Pécs, dachten we weer bij het restaurant met het blauwe dak te komen, maar daarvoor moesten we toch dezelfde weg terug.
We vielen met de deur in huis, want de deur klemde hevig. Er zat nog een moeder met zoon en wel was er een enorme tafel gedekt. Ons tafeltje was direct daarachter met uitzicht op het steeds mooier wordende complex, compleet met vijver vol leliebladeren en prieel. Het menu, Étlap, kende toch meer Hongaarse gerechten dan we dachten, we besloten voor de klassiekers te gaan. Ze hebben ook vier vegetarische gerechten op de kaart staan, maar die waren bij eerdere keren niet aangeslagen.
Waar we al een vermoeden van hadden, gebeurde. Aan de lange tafel schoven Hollanders aan, in afwachting van de andere helft, die nog moest komen. Wij waren bijna klaar met eten en dat was fijn. Dan konden we dat heerlijke sfeertje van de goedgevulde middag vasthouden. Met een groet en smakelijk eten gingen we de deur uit. Bij het instappen en wegrijden, draaide er een auto met Hollands nummerbord in. Dat resulteerde in een joviale zwaai. Ons kent ons, maar dit was precies voldoende.
Zo grappig als we zo ver uit elkaar, elkaars blog lezen. Er verschijnen net bolletjes dat je mijn reactie een like geeft als ik je blog lees. Wat een techniek toch
LikeGeliked door 1 persoon
Leuk is dat hè, alleen het idee al van mijlen overbruggen. Jij daar en ik hier. Erg fijn, deze digitale wereld, anders was de Hof mischien wel te kalm geweest. Zoals ik schreef, een mens houdt van inspiratie. 🥰
LikeGeliked door 1 persoon
Knappe fotootjes. Die laatste in het rooster is wel speciaal.
Zoveel weidsheid daar, ik denk dat tot rust komen er niet moeilijk is.
Hou je er niet van om een praatje te maken met landgenoten in een ver land?
LikeGeliked door 1 persoon
Altijd Lieve, maar de buren spreken geen andere taal, en Hongaars is heel lastig. Ik ken wel steeds meer woorden. De mensen in het restaurant waren zelf al aan het socializen met elkaar. Het meisje dat ons hielp kon ik al veel beter verstaan, dus er gloort hoop❤️🌈🍀
LikeLike
Je bedoelde mijn landgenoten. We zijn er niet op uit. Het leven is hier kalm en goed. Lief heeft wat meer nare ervaringen vroeger opgedaan met landgenoten. Maar dat hoeft nu natuurlijk niet zo te zijn. Ik lees ze graag, maar heel veel contact hoeft ook weer niet.
LikeLike