De hof is naast andere heerlijkheden ook een paardenbloem-en-een-hondsdraf-paradijs met daar tussendoor verschillende soorten wikke. Dat paardenbloemen nog veel interessanter zijn dan ik altijd al vond, lees ik in een artikel van Marloes Blom. Toepasselijke naam trouwens. Ze schrijft in het blad Seasons tien weetjes over deze vaak verguisde bloem. Zo blijken ze hele goede bodemverbeteraars te zijn. Dat het de grond ontbreekt aan voedingsstoffen kun je zien aan het bladrozet van de paardebloem, die ligt dan plat. Dan gaan ze aan het werk door diepe gangenstelsels te maken, waardoor de bodem luchtiger wordt en ze halen kalk uit de diepere lagen, die weer beschikbaar komen in de bovenste laag. Het wortelstelsel van de paardebloem heeft dus een positieve impact op de bodemkwaliteit. Als de bladkroon rechtop staat betekent het dat de bodem gezond is.Vernuftig toch, die heerlijke natuur.

Vanmorgen heb ik het relaas van het leven van Greet Hofmans gelezen en nu ben ik in het boek van Dieuwertje Blok ‘De dragelijke lichtheid’ (Dagboek van een Joods meisje tijdens de Tweede Wereldoorlog) begonnen. Dieuwertje schetst in het voorwoord in het kort het leven van haar grootouders en haar moeder Henny. Ze besluit om het dagboek dat zij en haar zussen gevonden hebben na de dood van haar vader, slechts op een enkele verbetering in de interpunctie na, weer te geven. Het is een zeer herkenbaar relaas van een jong meisje dat in lichtheid door het leven fladdert. De levenslust won het van de angst en de doemgedachten, schreef het Parool. Het leest vlot weg en is door de vele foto’s uit die glorietijden voor de oorlog een genot om te lezen. De familie was niet onbemiddeld, Henny was enigst kind en ze hadden het goed met z’n drieën. Ik ben nu bij het Dagboek zelf aanbeland.
Na regen komt zonneschijn. De hele ochtend heeft het gemiezerd of geplensd maar nu trekt het open en schijnt de zon af en toe. Lief heeft al het spinrag gezogen en Stoffie doet de rest. Die walst door de kamer als een volleerde stofzuiger. Een uitkomst, zeker nu ik nog niet al te veel kan verhapstukken.
Een lieve blogvriendin schreef gisteren toevallig een antwoord over de eindeloze hoeveelheid dagboeken van haar moeder die ze vier jaar voor haar sterven allemaal had weggedaan. Ze vond het jammer, maar de reden was misschien dat er ook ‘ergernissen’ in stonden. Dochters en ik hadden een gesprek over dagboeken en of je ze moest koesteren of toch niet. We zijn er nog niet uit. In het geval van Dieuwertje haar moeder is het een uitkomst, want zo komen we heel wat te weten over een spannende tijd, ook al wordt alles op lichte toon benaderd. Mijn moeders dagboeken had ik niet willen missen. Er staan haar eigen wijsheden in, vaak tussen de regels door, die zo op het oog over koetjes en kalfjes gaat. Ze had dan ook een doel voor ogen met het schrijven ervan. Ze wilde vertellen hoe het is om als ‘mantelzorger avant la lettre’ te moeten omgaan met een echtgenoot die in die vijf jaar van haar leven een ware karakterverandering had ondergaan. Ze wilde aantonen wat er allemaal bij kwam kijken en tegen welke muren van de medische zorg of van de hulporganisaties je op kon lopen. Hoe vaak je een roepende in de woestijn werd. We hadden dit als aandenken na haar plotselinge overlijden inderdaad niet willen missen. Maar mijn puber-dagboeken met bakvisaanbiddingen, dat is toch andere koek. Ik geloof niet dat daar iemand veel wijzer van wordt.
Nu laat ik alle paardenbloemen of pisbloemen staan. 👍
Een heel persoonlijk dagboek waarbij je de dingen van je afschrijft, is misschien anders dan een schrijven over de dagdagelijkse belevenissen?
Chapeau hoe je moeder zorgde voor een man die karakterieel veranderd was.
LikeGeliked door 1 persoon
Dat is terecht. Ze heeft veel veren moeten laten. O Lieve daar zijn ze geweldig blij mee🌼
LikeGeliked door 1 persoon