Overpeinzingen

Van de Hof, van de rust en van elkaar.

Om Agaath uit de ‘Tiefgarage’ te krijgen moest ik voorzichtig door een nauwe doorgang omhoog manoeuvreren. Niet te voorzichtig, want dan kon ze de stijging niet meer aan. Dat betekende dat ik om 9 uur in de vroege zondagochtend al alle voelsprieten op scherp had staan. En dat na een rommelig nachtje, een heerlijk Vegan ontbijt bij Frau Erika(één volkoren bolletje maar?)en het uitchecken bij een vriendelijke receptionist, die de sleutel in ontvangst nam. ‘Wiedersehen’. Of dat er ooit nog van komt weet ik niet. Passau is prachtig maar je kunt er over de hoofden lopen en dan heb ik het niet over kinderkopjes.

De tomtom gaf een aankomst aan van om en nabij vier uur ‘s middags. Dat was te doen. De reis door Oostenrijk heen ging voorspoedig. Geen enkele file, kalm verkeer zonder vrachtwagens en een heerlijk zonovergoten afwisselend landschap. Het stuk naar Budapest toe is een beetje saai en de weg naar Pécs is altijd langer dan gedacht. Op zo’n moment ruik je de stal.

Zodra ik het Mecsek gebergte de stad zie omarmen, ben ik thuis, dan is het nog maar een half uur. Agaath doet het geweldig op de rommelige weg van Pécs naar Nagypeterd. Ze maalt niet om butsen en kuilen. Wat een verschil met Truus, die een soort Prinses op de erwt was en ieder hobbeltje liet voelen.

Ik stopte om vijf uur voor het grote hek en daar zat Lief, als een klein mannetje, weggedoken in zijn dikke jas onder de Fluweelbomen. ‘Daar is ze eindelijk’, riep hij uit. Hij zat al een tijdje op wacht. Hek open, toegangshek wagenwijd open, maar eerst een warme omhelzing. Daarna reed ik de auto achteruit erin. Thuis, eindelijk, wat een lange rit. Volgende keer, besluit ik, neem ik geen ontbijt en vertrek gewoon rond zes uur. Wakker ben ik toch al en krentenbollen doen het ook goed.

Lief sjouwt de koffers naar binnen en ik maak foto’s van de vertrouwde kamers, heerlijk warm is het binnen omdat het buiten wel een jas scheelt met Nederland. De laatste stuiptrekkingen van een nat voorjaar, annex koude winter. Deze week lopen de temperaturen op tot 20 graden. We borrelen wat, kletsen bij, gaan vroeg naar bed om als een blok in slaap te vallen. Moe van twee slechte nachten en de lange rit tegen het vertrouwde lijf aan na twee maanden. Heerlijk.

Schoonzus is weer opgeknapt en mag vandaag na een echo naar huis. Dan te bedenken dat voorheen mensen wel twee weken gehouden werden na een dergelijke grote operatie. Zuslief stuurt een foto van haar in het ziekenhuisbed. Ze ziet er goed uit en ik weet, van de stent die ze bij mij hebben gezet, dat je je ogenblikkelijk weer sterker en beter voelt omdat de benauwdheid en daarmee de vermoeidheid verdwenen is. Nu maar duimen voor een spoedig herstel. De beide broers hadden de nacht goed doorstaan en alle twee doorgeslapen.

Ik sliep vanmorgen een gat in de dag. Toen ik de klerenkast opentrok om het aantal hangertjes te monsteren, zag ik dat ik veel te veel aan kleding heb meegenomen. Dat wordt wikken en wegen en een bezoek aan de kledingbakken bij de supermarkt.

Vandaag uitpakken en de tuin en het atelier bewonderen, mijn lieve vertrouwde plekkie aan de rand van het bos. En verder, boodschappen doen en daarna genieten. Van de Hof, van de rust en van elkaar

4 gedachten over “Van de Hof, van de rust en van elkaar.

Reacties zijn gesloten.