Overpeinzingen

Al was het maar voor eventjes

De zwarte kat van de bewoners aan de overkant van onze flat heeft een sluiproute naar ons balkon ontdekt. In de nachtelijke uren klimt ze omhoog in de prunus, die in de tuin van onze onderburen staat. Vandaaruit kruipt ze het balkon op en installeert zich, als een volleerde Jakkepoes, tegenover de potten rechts en loert en krabt en mauwt en loert en krabt en mauwt, tot in het oneindige.

Waarom ze dat deed, werd gisteren duidelijk toen zoonlief ineens de balkondeuren opende en naar buiten stoof om de potten links naar voren te trekken. Muis gesignaleerd en wel twee stuks. Ik ben niet benauwd voor muizen buiten, zolang ze daar blijven. Toch was er sprake van opluchting toen de wit/zwarte Minoes van hiernaast haar weg zocht naar de potten rechts en ineens met een gevulde bek waar nog een staartje uitstak triomfantelijk naar haar eigen terrein terug wandelde. Beet! Leven en laten leven is niet het motto van moeder natuur als het zo uit komt. Haar jachtinstinct is breed ontwikkeld, want ze struint altijd buiten in de bosjes naast de flat. Van de week toch maar eens grondig het balkon vegen en geen vogelzaad meer op de grond strooien.

In een van de oude Mensenkinderen die hier keurig op een stapeltje liggen, vond ik het stukje wat de hoofdredacteur bij mijn afscheid heeft voorgelezen. Het is het slot van een stuk over de door mij geschetste eigen tijdlijn qua natuurbeleving. Het begon ooit in de Amandelstraat onder de perenboom en naast de forsythia van het postzegeltje stadstuin en het eindigde via het landje aan het eind van de poort, de sloot langs de Thorbeckelaan, de kabouter-kampen, de vakanties in de bergen en de vakanties in Hombourg bij het zinkviolenveldje in Belgisch Limburg.

Citaat: Het zinkviolenveld waar we eigenlijk niet mochten zijn, bracht een lome schoonheid mee, met de kabbelende beek en een zee aan geel/wit wuivende bloemen. Daar speelde de nietige wereld van de insecten, die namen kregen en zich uitgebreid lieten bewonderen in hun schoonheid en eigenzinnige gewoonten. Dankzij de verbeeldingskracht en de meesterlijke vertelkunst van mijn oude wijze vriend leerde ik met mijn kinderen alles van wat de natuur te bieden had. De wereld ging open tot in de kleinste spleten en kieren van beemd en wei en werd wortel voor wortel en blad voor blad steeds meer van ieder die hem horen wilde. De wind nam zijn verhalen mee omhoog naar de sperwers en buizerds, de kiekendieven en de valken. Het leven ontsloot zich in al haar natuurlijke schoonheid en wij wisten ons een bescheiden deel van het geheel. Het was een week waar een jaar op te teren viel Zingend togen we naar huis, de oranje Renault 4. Afgeladen vol met kind en kennis voor het leven tot aan het hier en nu. Tot in de eeuwigheid.

Het was inderdaad een pareltje van natuurbeleving, die hele dag in de zomerzon, met de kinderen die dammen bouwden in de beek en een hele weide vol met wuivende gele bloemen. Alles wat te warm was ging uit. De kinderen stonden met hun blote voeten in de beek en hun stemmetjes klommen hoog tegen de omringende bomen op, terwijl ze een beverdam maakten met de platte stenen in het heldere koude water.

Er zijn foto’s van maar het staat veel levendiger en natuurgetrouw (letterlijk en figuurlijk) in mijn hoofd gegrift. Inderdaad. Momenten voor de eeuwigheid. Soms zou je willen dat je terug kon reizen, al was het maar voor eventjes.

2 gedachten over “Al was het maar voor eventjes

Reacties zijn gesloten.