De halte waar we moesten zijn was ook weer bij de zoo, maar kennelijk waren we aan de andere kant uitgestapt en moesten nog zo’n 30 minuten lopen. De omstandigheden, invallende duister, verdwenen zon, ijskoude wind en gladdigheid zorgden voor een dubbele inspanning. Toen we ook nog wat te ver doorgelopen waren en terug moesten sloeg de vermoeidheid in de benen. Terwijl we nog onze lange straat uit moesten lopen naar het hotel, vonden we gelukkig een klein Thai. We mochten bij het raam en het was er heerlijk warm en knus. Huiselijker kon niet. Daar bde alles aan vermoeidheden weg. Achteraf bleken we 9000 stappen te hebben gelopen. Een pittige opgave zonder all te veel zuurstof in de longen.
We zouden vast en zeker slapen als een blok, maar eerst het eerste deel schrijven en dan pas onder zeil. Helaas. De buur naast ons vond kennelijk de sleutels een kwelling, want daar ging hij luidruchtig mee te keer, alsof hij daar alle deuren van de gang voor nodig had. Niet erg in een vroege avond, maar het was kwart over één ‘s nachts en ik was daardoor klaarwakker. ‘Ogen dicht dan rust je ook,’ zei mijn moeder altijd. Na zuchten en draaien maar wel met de ogen dicht maar zonder resultaat besloot ik wat Hongaars door te nemen, totdat ik weer om zou vallen.

De volgende ochtend bedachten we het echt kalmer aan te doen. We hadden de werking van de U-lijn goed bestudeerd en begrepen en konden met de tomtom in de hand moeiteloos voort. Rond twaalf uur stapten we de U-baan in en om kwart over konden we uitstappen op loopafstand van het Holocaust monument. Indrukwekkende omstandigheden zetten de beleving extra op scherp. Het was koud, het was glad op de paadjes tussen de stenen, maar het was vooral de hele sfeer die de beleving zo intens maakte. IJstranen aan de grote grijze blokken gingen met mijn verbeelding op de loop.
Even daarvoor hadden we het stuk besneeuwde muur gezien met een aangrijpende beeldengroep op de kop, helaas achter tralies maar daardoor wel overdekt met maagdelijke sneeuw. Unter den Linden, Brandenburger Tor, het monument, de Reichstag met het aangrenzende enorme park ‘De Tiergarten’ met zijn monumenten voor de Roma en de Sinti, de Homosexuelen en de gevallenen van de muur, die tevergeefs van Oost naar West wilden vluchten, zorgde voor bezinning en overpeinzingen. De zon maakte dat alles met een diepe laag herdenking in kracht werd gegoten. Historische grond onder de voeten geeft toch een extra dimensie aan het geheel. Hier heeft de tijd geschiedenis geschreven, iets waar de mensheid eigenlijk lering uit had moeten trekken. De teleurstelling ten top van dit moment.
Vlak achter de Brandenburger Tor zat een Italiaans restaurant en het zag er aantrekkelijk, want een tikkeltje studentikoos, uit. Het zou niet gek zijn om hier een vorkje te prikken. Casa di Mama deed haar naam eer aan. De koks uit de keuken hadden goed naar hun moeders geluisterd. Voortreffelijke pastagerechten, vers gemaakt met de juiste basis van Olijfolie, knoflook, peper en zout, afgetopt met wat er aan keuzemogelijkheden waren en de meest heerlijke pizza.s, af te lezen aan het smulgehalte waar de meeste mensen deze heerlijkheden verorberden. Gemoedelijk gepraat, lachsalvo’s en zeer vriendelijk maar ook bedrijvig personeel. Achter de drankenbar stond een jongen met de meest mooie opgekrulde snor ooit en een oorring in zijn linkeroor. Schitterende bruine ogen, als kool. Ik maakte hem een compliment over zijn snor en hij vond mij een honorable person. Een van die piepkleine blije momenten.
Via de Potsdamer Platz zochten we de U-baan op en zo gingen we opnieuw op hotel aan. Met een kleine vergissing in de haltes, maar ook met nuchter wikken en wegen. Daar kom je toch het verst mee.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.