Op het laatste familiefeestje vroeg mijn lieve schoonzus, die met mijn oudste broer getrouwd is, of we een keer aan wilden wippen met z’n tweeën. Ze wonen prachtig in een park aan de plas. Gisteren was een uitgelezen ‘niets-om-handen-dag’. Wel was het jammer dat er een bijtende wind in het gezicht de adem benam. Waar kwam die winterse kou ineens vandaan.
Natuurlijk reden we prompt te ver op het park. Ik moest haar even bellen. Oké. Tweede pad vanaf de ingang. Het staat vanaf nu voor eeuwig in mijn hoofd geprent. Bij de bloemenwinkel op het plein hadden we lieflijke blauwe druiven in een mooi glas op pootjes gekocht. Lief hield ze dicht tegen zich aan om ze te beschermen, kwetsbaar als ze waren.

Ik bedacht me, dat op de koffie of op de thee gaan eigenlijk nooit tot de gebruikelijke ondernemingen behoorde. Een klein staaltje, dat van vroeger is overgeërfd. Mijn moeder was met iedereen goed maar ging nooit op de koffie. Een praatje over de heg was voldoende.
Eerst was de beurt aan de voetbalperikelen. Dat kan niet uitblijven, want iedereen heeft gevoetbald en de kleinzonen voetballen nog steeds. In die zin een staaltje van ‘De geschiedenis herhaalt zich’. Gouden glorietijden zweven voorbij. Hongarije en Ierland kwamen in beeld. Zoonlief en het gezin woonden in Ierland met net zo’n enorm land erbij als bij de Hof hoort. Bergen werk, maar daar wisten we alles van. Een kleine cottage, maar groot genoeg.
Broerlief wist ook veel te vertellen over vroeger. Tussen alle koetjes en kalfjes door, reeg de geschiedenis van beide kanten aaneen. Oma en diens broers en zussen, die de jongsten van ons nooit gekend hebben, maar waar hij twee tot drie keer nog wel op bezoek was geweest, bijzondere beroepen van hen, de geschiedenis van schone zus en haar familie en het feit dat mijn opa nog bij haar oom gewerkt heeft als schrijnwerker. Geen timmerman dus, maar meubelmaker, een kunst apart. Oude verhalen, zijdelings aangetipt die een eigen leven gingen leiden in de verhalen die ik al kende.
Poes Saar, ooit aan komen lopen en tenslotte toch liefdevol opgenomen en meesterlijk goed gebleken om de muizen te verjagen, lag in de vensterbank of kwam bij ons liggen, vermoedelijk omdat we haar vaste plekje bezet hielden. Heerlijk om dat zachte poezenelletje weer te aaien, Pluis kwam even doorsijpelen.
Natuurlijk ging het ook over verlies en gezondheid. Dat kon niet anders, omdat schoonzus de jongste was van een groot gezin en er nog maar een paar mensen over waren. Een samengestelde foto voornamelijk herinneringen in sepia of daaromtrent. Een broer was pas nog overleden. Euthanasie was een bespreekbaar onderwerp geworden en dat was fijn om te merken. Als je bijna blind ben en niet meer uit de voeten kan omdat iedereen om je heen je ontvallen is, wat blijft er dan nog over. Zijn geest waarde nog overal rond in de sfeervolle caravan, vooral in foto’s en in zijn opgezette dieren, die hij had gevonden op zijn werk in Amelisweerd. Op die manier kijk je toch anders naar zo’n opgezette uil. Alsof hij in zijn eer en waardigheid werd hersteld.
Er waren heerlijke saucijzenbroodjes en macarons. De middag kabbelde voorbij en rond een uur of vier stapten we weer op. Wel eerst nog wat foto’s van de uilen die nu trots in de gang prijkten. Een mooi eerbetoon.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.