In Trouw verhaalt Andrea Bosman op de laatste dag van het vorig jaar over het feit dat haar dochter zo graag door de open ramen naar binnen kijkt, omdat je je zo bewust wordt van de levens van anderen. Aan dat bewust-zijn dat anderen ook hun levens leiden, heeft de Amerikaan John Koenig het woord ‘Sonder’ toebedacht. Hij was al eens als schrijver, grafisch ontwerper en videomaker in 2009 een website gestart onder de naam the Dictionary of Obscure Sorrows, een woordenboek voor vage gevoelens.
Met zo’n laatste inkijkje nemen mijn gedachten een vlucht net als bijvoorbeeld bij de titel ‘Het kerkhof van de vergeten boeken’, de labyrinthachtige bibliotheek uit de boeken van Carlos Ruiz de Zafon. Voor mij gaan zulke begrippen een totaal eigen leven leiden. Vage gevoelens, wat zijn dat en is dat gelijk aan ‘obscure sorrows’ of gaat de vertaling mank. Ergens blijkt het Engelse woord obscure ook vertaald te kunnen worden naar vergetelheid.
Een vaag gevoel smeult vaak onderhuids en vecht zich een weg naar boven, waar het steeds duidelijker vorm krijgt. Koenig maakt er samengestelde woorden voor, zodat je ze beter kan plaatsen. Bijvoorbeeld: Aftergloom om de eenzaamheid te voelen waar je in kan zakken na een druk evenement, bijvoorbeeld.
Taalbegrippen samenstellen is iets waar ik me wel eens schuldig aan maak als ik schrijf. Sommige begrippen laten zich nou eenmaal niet vangen in bestaande woorden of krijgen meer diepgang met een samengesteld woord. Bovendien is het ook het spelen met taal zelf dat het zo’n boeiende bezigheid maakt, waardoor je verrukt kan zijn van een nieuwe betekenis die je er aan hebt gegeven. Taal je rijk.

Er zijn momenten tegenwoordig dat mijn hoofd alle deuren heeft dichtgetrokken. Er komt geen letter meer naar buiten. Ik staar over de daken met de langgerekte rookpluimen horizontaal, gedreven door de wind, en denk aan niets. Niet aan de pluimen, niet aan de daken, niet aan het zo vertrouwde, niet aan de mensen in andere huizen, niet aan mezelf, niet aan de anderen. Niets, het grote niets.
Is het iets wat de grijsheid oproept? Ik ben er niet rouwig onder, vind het eigenlijk best fijn om nergens aan te denken. Niet in het voren, niet in het verleden, maar in het nu, de daken, de rookpluimen, de starende blik.
Als vroeger op school mijn hoofd tolde van alles wat nog op de rit stond en moest gebeuren, verlangde ik er naar. Niet te hoeven denken, niet te hoeven weten, gewoon te zitten zitten. Dan lukte het nooit. Gedachten namen een vlucht en ook in de avond of nacht bleef het spoken daarboven. Geklep van deuren, het vechten om de voorrang, het over elkaar heen struikelen door de druk die er op zat.
Nu kan ik soms verlangen naar de reuring, de uitdaging, de inspiratie die nu uit alles om me heen moet komen. Ik krijg het niet meer op een presenteerblaadje aangeboden zoals dat in wisselwerking met de kinderen vaak ging. Ik of mijn lieve collega verzonnen iets en zij gingen er mee aan de haal, of omgekeerd. Er ontstonden de mooiste ideeën, plannen, verhalen, gedichten door. Die kriebel haal ik nu uit boeken, artikelen, de kleinkinderen, de kinderen, de mensen op straat, in de super, in het stadscentrum, een film, een mooi stuk muziek. Verhalen verzinnen, woorden er aan geven en de verbeelding weer aan zetten. En ‘s avonds naar binnen kijken. Naar al die andere levens aan de andere kant van het raam. Het wordt tijd.
‘Sonderen’ doe ik ook heel graag. Bij schemering de andere werelden kijken, en beseffen dat ook daar mensen wonen zoals jij en ik, met zorgen en gelukjes. Niet alleen op de wereld geeft soms een ontroerende groepservaring.
Pure mindfulness lijkt je goed af te gaan. Ik ben zo ver (nog?) niet.
LikeGeliked door 1 persoon
Leuk hè, ik vond het een heerlijke overpeinzing. Van het woord had ik nog nooit gehoord even als de bedenker. ❤️❤️❤️nooit geweten dat je echt niets kan denken😊❤️
LikeLike