Henna op droog haar, stond in het advies voor het gebruik. Ik deed het altijd op vochtig haar. Vooruit, als het resultaat is dat ze beter pakt, wilde ik dat wel proberen. Waarschijnlijk was het papje niet smeuïg genoeg, want het liet zich lastig in masseren. Volgende keer beter. Bovenop bij de scheiding was de dekking minder. Dat kwam ook omdat de azijn op was. Volgende week nog maar eens proberen. Er was wel veel tijd om het tekendagboek bij te werken.
Lief had in de vroege ochtend al de twee tassen met elpees naar de auto gesjouwd voor de ene en de lamp en de schaakstukken voor de andere dochter. Ik hoefde alleen maar langs te rijden. Bij dochterlief zaten de filosoof en tante Pollewop een korte tijd een filmpje te kijken en zelf zat ze te lezen in ‘En uit de bergen kwam de echo’, van Khaled Hosseinii. Ik sjouwde de platen mee en het truitje en de duimelap. Warme knuffels en hete thee. Toen hun digitijd verstreken was kwamen de kinderen er ook gezellig bij en we mijmerden over de op handen zijnde vakantie in de zomer. Er waren filmpjes van Trudy het varken die een immens kabaal kon maken als ze bijna eten kreeg. Inderdaad, meer decibellen dan het spreekwoordelijke speenvarken bracht ze voort. Wat zal het gezellig zijn daar. De caravan is geregeld en de sta-plek eveneens. Sinds heel lang weer kamperen. Daar heb ik zin in, zeg.
De filosoof ging naar voetbal en zou door zijn vader opgehaald worden, maar eerst had hij het nog gezelliger gemaakt door de kaarsjes aan te steken. Daarna ging hij in vol ornaat op de fiets, zo warm mogelijk ingepakt. Het truitje dat ik jaren geleden had gebreid voor dochterlief en waarvan ik dacht dat het een baby-truitje was, bleek Tante Pollewop nog te passen. Trots poseerde ze voor de foto. Kijk nou eens even. Glansrijk de tand des tijds doorstaan.

Nog meer nostalgie. De platenspeler werd van boven gehaald en toen ik behoedzaam, sommige handelingen vergeet je niet, de plaat uit de hoes liet glijden op de vingertoppen en hem voorzichtig op de draaitafel legde, klonk het zo vertrouwde lichte kraken en de eerste tonen van Ellie en Rikkert en ineens kwamen de waterlanders opzetten. ‘Waarom ben je nu zo geroerd’, vroeg dochter. Er bulkte een hele zak met herinneringen open. Dat gebeurde er. Ik was ineens jaren terug in de tijd, in Leiden, met mijn eigen pick-up en luisterde naar mijn eigen vertrouwde muziek, kon elk lied woord voor woord meezingen. Nog steeds trouwens, letterlijk. Het was op de Hoge Rijndijk. Lief zat in de stoel te lezen en ik luisterde muziek. Er was een warme en vertrouwde sfeer. Het draaien van platen is eigenlijk heel meditatief. Ik had met veel moeite afstand gedaan van al die lievelingen en nu kwam het even in volle hevigheid boven. Maar het was des te waardevoller. Want als ik ergens van weet dat ze in goede handen zijn, is het daar wel, bij hen samen.
Mijn opruimwoede werkte trouwens aanstekelijk, want een van mijn oud collegaatjes en studiegenoot liet een foto van een kattebelletje van mijn hand zien, aan haar gericht, met een uitnodiging voor het een of andere feest, waar het vooral op grond-slapen uit zou draaien omdat er nog tien mensen bleven overnachten. Ook hier schrijven we de jaren zeventig. Dat kon toen allemaal nog.
Dochterlief maakte een heerlijk maaltje, spaghetti met groene saus van Broccoli en Spinazie, ui en knoflook, de lievelingsmaaltijd van tante Pollewop, die al die tijd dat wij aan het draaien of koken waren, zoetjes haar fantasie uitrolde over haar dieren, de playmobil en de magneten bouwblokken.
Wat een bijzondere middag was het geworden. Een om te koesteren. Op Spotify ga ik maar eens op zoek naar de zo vertrouwde muziek. En er wacht nog een hele grote mand met platen. Mindere Goden dan die twee tassen, maar ook geliefd. Wie weet.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.