Ach ach, dochterlief appte dat de Franse oma opgenomen was met een longontsteking en dat ze twee dagen in het ziekenhuis moest blijven met extra zuurstof en antibiotica. Duimen dat ze gauw hersteld en zij weer allemaal met Oud en Nieuw hier kunnen zijn.
Gisterenmorgen was de laatste dag van ons mistig verblijf in dat uiterste puntje van Zuid Holland, waarbij we iedereen nog een keertje zagen voor we weer afreisden. Het gesprek ging alle kanten op. Er lagen zeesterren op het strand vertelde nichtlief. Er waren er heel wat. Als het eb was, lagen ze met z’n allen te zieltogen. Broerlief en schoonzus trokken er op de fiets naar toe. Maar in deze dikke zware neveldeken én die arme ongelukkige diertjes hoefden we niet zo nodig naar zee. Ik had het verschijnsel een keer eerder gezien bij Schoorl of Egmond toen we daar in de buurt waren met de zussen. Heftig vond ik het. Ze spoelen aan door sterk aanlandige wind en gaan dan snel dood. De meeuwen hebben een koningsmaal, dat dan wel. Ja ja, ‘De een z’n dood is de ander zijn brood’ valt nu wel heel letterlijk te nemen.
Ik keek de uitzending terug van Sterren op het Doek van twee weken geleden waarbij Eus Martine van Os ontmoette en tot mijn verrassing speelde het eerste deel zich af in De Zonnestraal, een gebouw dat herinneringen opriep aan de nonnen, een lange trein in het bos met slaapcompartimenten, prépuberale ondeugendheid, de volksdansclub of de Gidsen en het mooie moderne gebouw. Hoe ik ook speur, het blijven slechts flarden in het verstofte geheugen over die tijd, zegge en schrijve rond begin of midden jaren zestig.
Ik vraag rond op Facebook en vriendin én volksdansjuf weet wel dat we er een keer in een winkelcentrum in Hilversum hebben opgetreden en dat mijn vader het busje reed. Dat is bij mij weggezakt. Grappig eigenlijk, hoe dat werkt met herinneringen. Zijn we er dan met de Mulo geweest, want in mijn beleving waren er jongens en meisjes? Nou ja, die vage beelden maar koesteren. Wat ik zeker nog voor me zie is de ingang van het mooie gebouw en toch nog altijd nonnen of waren het verpleegkundigen met kapjes op.
Martine is een enig mens en ik ben blij met haar openhartige verhaal over haar jeugd, haar strenge vader en haar volstrekt anders geaarde moeder. Ze was een beweeglijk kind, levendig stel ik me voor, dat niet stil kon zitten, dat wel geacht werd te doen en daar herhaaldelijk toe geroepen werd door haar Pa. Ze trouwde met een kunstenaar die les gaf aan de Academie waar zij studeerde. Oud worden vindt ze maar niets omdat je je ineens zo bewust bent van tijd. Wat vroeger een eeuwigheid leek, is tegenwoordig een fractie van een seconde.
De kunstenaars zijn alle drie heel verschillend en dat maakt de uiteindelijke keuze toch ook weer makkelijker want van te voren geeft ze aan minder van het realisme te houden en meer voor het abstracte te gaan. Uiteindelijk kiest ze inderdaad het meest abstracte portret, waarvan ze eerst zei dat ze daar zichzelf helemaal niet in herkende. Kennelijk riep het toch de juiste emotie op. Zo genoten. Nu nog één aflevering te gaan, maar niet vandaag.

Lief is al lang op en heeft ondertussen van alles gedaan terwijl ik nog steeds alleen maar kantoor hou op bed. Dus nú eindelijk eens in de benen, tante. Er is werk aan de winkel. Zijn het schilderkriebels? Ik krijg er wel erg veel zin in. Dat roept iets, wat je aanspreekt, op
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.