Gisterenavond hielden we bioscoop thuis vanwege het motto:’Kalmte zal U redden’ op dagen met wattenhoofden en maar aanhoudende verkoudheden en benauwdheid. Lief had in de middag wat lekkere hapjes gehaald voor bij de borrel en ik had de film uitgekozen. Gehuurd bij Pathé. Het was dit keer opnieuw een Iraanse film: ‘Tatami’. De regisseurs zijn Zar Amir Ebrahimi en Guy Nattiv, een Iraniër en een Israëliet en dat is op zichzelf al bijzonder, maar meer nog als je de film. Hebt gezien begrijp je dat. Mijn keuze is niet in de laatste plaats geschoeid op het feit dat Lief ooit in het grijze verleden onder de leiding van Anton Geesink nogal eens een Tatami van dichtbij bewonderd had. Hij zat er met zijn neus op, zo gezegd. Nee hoor, ik ben heel trots op zijn Eerste Dan en het heeft me meer dan eens gered uit de klauwen van hachelijke momenten.

Dit was andere koek met de dreiging van de Iraanse lange arm, die tot over de grenzen reikt. Het is een indrukwekkende politieke thriller rond een Judoka op het wereldkampioenschap van Georgie en we hebben vanaf minuut één aan de buis gekluisterd gezeten. Met een jaar van mijn studie Iraans, waar ik moedeloos van werd omdat ik het er niet ingestampt kreeg, was het wel weer fijn om al die weggezakte woorden te horen. Bebachshied, Godafesz, Tammoemshot, Azizam, Baleh, Geli Goebe(fonetisch weergegeven). Helaas heeft het niet veel zoden aan de dijk gezet. Het Hongaars gaat me hopelijk beter af, want de gebruikelijke opmerkingen bij de kassa zijn al woordelijk te volgen en de aangeboden artikelen te lezen en dat is geen sinecure. Maar de film dus. In een paar woorden: Vol kracht en doorzettingsvermogen, met moed en offerbereidheid, spannend, het betere puntje-op-je-stoelwerk en goed voor een dikke anderhalf uur.
Daarna vielen we per ongeluk in ‘Even tot Hier‘, een beetje wonderlijke overgang, maar ze waren op dat moment al erg goed bezig, dus toch maar even meepikken. Wat een must om te zien en wat zijn ze scherp.
De appjes van de kinderen over wat iedereen gaat doen vandaag. De oudste zoon wil naar het park, dochterlief gaat nog even rondneuzen op de gezellige kerstmarkt in de Twijnstraat en de rest kampt ook met zieke en snotterende kinderen. Er heerst een griepje. Lief en ik zijn allebei nu mistig en we hopen vurig dat drie dagen in de frisse buitenlucht ons goed zal doen. Dit weer is funest voor de aangedane longen.
Morgen vertrekken we naar een Bed and Breakfast in Sagenland. Volop natuur, rust en ruimte. Eerst wilden we een aantal plannetjes bedenken, maar nu laten we het water over de akker vloeien, in variatie op een thema, en gaan we zien wat zich aandient. Wat het ook is, het lijkt me allemaal de moeite waard.
Vannacht was het volle maan en ik droomde over een beer die de kinderen op school de stuipen op het lijf joeg, alleen al door zijn aanwezigheid. In het begin liep er nog een kleintje bij, maar die verdween op de een of andere manier. De beer zelf kwam binnendoor lopen, keek vrij goedmoedig naar mij en deed niets dreigends. Op het plein voor de school was er opnieuw hectiek. In de Indiaanse cultuur wordt de beer vaak geassocieerd met de Grote Geest of beschouwd als een spirituele gids. Het zou een opsteker kunnen zijn voor je innerlijke kracht. Met al deze lichamelijke ongemakken is dat een mooie tegenhang. De natuurlijke balans, iets om in rust eens over na te denken. Komt dat even goed uit.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.