Om vijf uur klaarwakker, maar de avond ervoor was ik overmand door slaapgebrek van de slapeloze nacht dáárvoor, waar de supermaan debet aan was. Niet getreurd, in het half donker werkt de telefoon prima voor een robbertje met Duolingo, Hongaars vers van de pers.
Twee uur later bewoog er iets naast me en werd lief langzaam, ‘even nog wat soezen hoor’, wakker. We hadden tijd genoeg. Een echte tijd van vertrek was niet gegeven , maar we wilden in Tihany de barokke benedictijner abdij nog bezoeken en daarom wilden we zodra alles gepikt en gesteven was, vertrekken. Dat bleek rond negen uur te zijn. Mooie tijd. Nog een glimp van de nieuwe bewoonster van een andere kamer opgevangen, die de avond daarvoor laat was aangekomen, de sleutel weer in het sleutelkastje met de code gestopt en Truus volgeladen in stelling gebracht. On-y-va.
Het is een grote stad, vergis je niet. De oude stad mag dan te belopen zijn, maar het hele Veszprém doet niet onder voor een stad ter grote van Utrecht. Met een heerlijke zon en een 17 graden in het verschiet was het optimaal genieten van het landschap. Zonlicht geeft glans en maakt de wereld een stuk lichter.

Het was niet gek ver naar Tihany. De parkeerautomaat werkte niet naar behoren maar perste er nog een kaartje van een half uur uit. Dat zou te weinig zijn, maar we vertrouwden op ons goede gesternte en op luie beambten van Tihany. De abdij was een aantal trappen te ver, maar we hadden er totaal geen spijt van dat we die uitdaging waren aan gegaan. Sterker nog, ik geloof zowaar dat het klimmen me weer wat beter af gaat. Daar spreidde het hele Balaton zich majestueus uit aan onze voeten. Nou ja, omdat we hoger stonden natuurlijk. Dankzij de zon was het adembenemend mooi. De kerk zelf was het summum van barok. Het klatergoud van het roomse geloof was in alle afbeeldingen rijkelijk aanwezig. Alle was er in overtreffende trap. De cherubijnen keken deerlijk lijdzaam. Niets was er zwaarder dan het kruis dat te dragen viel.
We hadden ook nog een ticket voor het museum maar dat leiten we in verband met het nodige volk toch voor wat het was. Tihany was van ons huis een goede anderhalf uur rijden, daar kwamen we vast nog eens. Aan de hoofdstraat ging een schatiig kledingwinkeltje open. Piepklein maar ramvol met mijn kleding. Een beetje wijd, een beetje anders, een beetje mij. Ik kon niet anders dan even langs. Tegen Hongaarse prijzen dus niet te versmaden.
Met een fijne blouse en een mooi hes gingen we een deurtje verder. We hadden eerst wel cash moeten pinnen, want elektronisch betalen was er niet bij. Het gemeentehuis met een pinautomaat was aan de overkant. Jippie. Nieuwe kleren. Dat was lang geleden.
De overtocht was opnieuw een sensatie. Zodra het veer zich schokkig en bonkend in beweging zet denk ik dat Truus het zwaar heeft. Maar die staat natuurlijk kalm en bedaard har beurt van rijden af te wachten. Lief en ik besloten aan de overzijde een étterem(restaurant) op te gaan zoeken en nog even een vleugje Balatoni te genieten. Het meer was wat het me beloofd had de vorige keer met zon. Alle tinten blauw/groen, zwanen voor de oever, oneindigheid.
Het restaurant lag aan de weg, want het seizoen aan de stranden en strandjes was voorbij, daar was alles dicht. Heerlijk gegeten Balatonse karper voor Lief en voor mij een goulash. Dat kon natuurlijk niet anders. ‘S lands wijs, ‘s lands eer.
Fijn dat het zo mooi was ondanks het tourisme. Als je nog eens in de buurt bent is Keszthély ook erg mooi.
LikeGeliked door 1 persoon
Dank voor de tip
Ik neem het mee❤️
LikeGeliked door 1 persoon
Ik had gehoopt een glimp op te vangen van de nieuwe aankopen in dat gezellige winkeltje😉.
Genieten doen jullie👍
LikeGeliked door 1 persoon
Ga ik morgen doen Lieve
Het zit in het vat en verzuurd niet😂😂😂
LikeLike