Terwijl de bouillon voor de soto pruttelt, de rijst in de pan zit en alle bijgerechten klaar zijn, kan ik mooi even schrijven.
Vanmorgen hebben we voor volgende week een paar dagen in een AirB&B in Veszprem geboekt, een stad dat, van ons uit gezien, achter het Balatonmeer ligt en bekend staat als ‘ de stad der Koninginnen’, omdat het de lievelingsstad was van Prins Geza en zijn zoon koning Istvan, de eerste koning van Hongarije. De vrouw van Istvan, Gisela, werd hier gekroond rond het eerste milennium. De stad is verkozen tot culturele hoofdstad van Europa in 2021. Een rijke geschiedenis is af te lezen aan de oude binnenstad en de burcht, waar we driehonderd meter van afzitten. Fijn om toe te komen aan de doelen die we ons gesteld hebben. Namelijk dit land en de buurlanden in veel facetten te leren kennen.
Waar de onbedaarlijke trek in Soto Ajam vandaan komt, weet ik niet maar bij de boodschappen vond ik gelukkig nog een vervanger voor de sambal en een potje gebakken uitjes. In de surrogaat-sambal zit Csipos Paprika en dat betekent rode pepers. Het smaakt een tikje anders maar schiet het doel niet voorbij. De vlammen slaan uit als je een tipje op de lepel proeft.
Vandaag is de kleine krullebol jarig en bij deze officieel klein-af want hij is vijf jaar geworden. Het feest is in volle gang en er is uitgebreid gezongen. Op dit soort dagen kriebelt het een beetje en gelukkig is er een filmpje geschoten van het moment suprème, het zingen en de taart met een glunderend koppie erboven. Er was een grote Voetbalballon en een mooi kaart onderweg, die helaas al twee weken eerder aankwam, omdat ik een aantal keren opnieuw moest proberen het te versturen en bij de laatste keer de datum vergat aan te vinken. Hij was er gelukkig niet minder blij mee.

Het tweede tekendagboek is ingewijd met de Budapestverhalen en de bijbehorende tekeningen. Een tekening is gemaakt van het standbeeld van Sissi, die vanaf 1867 keizerin van Hongarije werd omdat ze getrouwd was met keizer Frans Jozef 1. De Hongaren zijn dol op haar. Ik weet wel dat ik de eerste film van de trilogie met Romy Schneider gezien heb, maar of ik daar bij heb gezwijmeld staat me niet meer helder voor de geest. Ze kwam in 1955 uit en werd een echte klassieker.
Lief zijn computer heeft de geest gegeven. Dat is geen ramp, vind hij zelf, want zijn dagelijkse schrijfsels schrijft hij nu in zijn hoofd. Waardoor het gekomen is weten we niet, wel dat ons koffertje, waar het bakbeestje in zat, onderweg naar het station tot twee keer toe op de grond is gevallen. Hij weet zijn uiteindelijke keuze nog niet. Een laptop of een ipad. We hoeven hier geen tabellen te maken of in word te werken, maar kunnen volstaan met wat recht toe recht aan is en vooral ook het creatieve gedeelte. Ik zweer dus bij een Ipad, maar Lief is van het degelijke werk.
Het boek ‘Monsieur Le Coloriste’ leest plezierig weg. Ik ken, moet ik tot mijn schande bekennen, Jac van Looy alleen van Jaapje. Een ontroerend boek met de belevenissen van Jaapje, een weeshuisjongen in zalig ouderwets Nederlands met begrippen, waar we zelf nog een spoor van hebben meegekregen. Het blijkt dat de schrijver ook schilder was en de prachtige voorkant van het boek is zijn schilderij: ‘. De tuin’.
Een van zijn boeken heet ‘De wonderlijke avonturen van Zebedeus’ en ik moet ineens denken aan Koos Meinderts die een boek heeft geschreven met “De wonderlijke wereldreis van Zebedeus’. Daarin is de hoofdpersoon een beer. Zebedeus van Jac van Looy maakt ook een wereldreis en beleeft even wonderlijke avonturen als de beer bij Meinderts.
‘De Wonderlijke Avonturen van Zebedeus vertelt een avonturenverhaal over Zebedeus. Zebedeus gaat op een dag op zoek naar het einde van de wereld. Het boek is enigszins absurdistisch. Op deze reis wordt hij bijvoorbeeld als het ware in tweeën gesplitst. Zijn hoofd is in de wolken terwijl hij de rest kan zien als een gestalte met een koffer. Later wordt hij zodanig in de lengte uitgerekt dat hij een reus is. Vervolgens begint hij weer te krimpen en uiteindelijk is hij weer de zijn normale grootte. Naast dit verhaal bevat het boek ook gedichten en filosofische gedachten. Het boek is opgedeeld in vier boeken en bevat tevens een nawoord van Jan Kuijper.’
Toeval of inspiratie. Dat blijft vaak een vraag. Waar begint het een en houdt het ander op. Boeiend is het wel.
Je tekeningen zijn heel mooi. Zo’n tekendagboek is een prachtig idee. Maar niet voor mij, want ik kan niet tekenen 😦
LikeGeliked door 1 persoon
Dank Lieve
Jij tekent met jullie prachtige woorden❤️
LikeLike