De hele dag wringt mijn moeder al haar wolkje schoon. Het komt met bakken uit de lucht vallen. Er bestaat hier voor sommige gebieden zelfs code geel. Van de weeromstuit slaap ik uit. Nou ja van zes tot acht uur heb ik eerst een paar lessen Hongaars achter de kiezen. Omdat de dag treuzelde om aan te breken, vielen de ogen opnieuw toe en werd er anderhalf uur slaap aan vastgeknoopt. Met een waanzinnige droom, waarvan ik weet dat mijn volksdansvrienden er waren en er veel ruimte was voor creativiteit, roken en uitkijken naar, tja waarnaar eigenlijk. En toen was er koffie. Lief ging de zolder stofzuigen en op zoek naar een eventueel nest maar kwam onverrichter zake terug. Het martertje heeft er in ieder geval geen vaste verblijfplaats van gemaakt.
Hij had de verwarming in de Datsja al een uurtje aangezet, omdat het slechts 14 graden was dus werd het tijd om toch weer aan het werk te gaan. Wat ontdekte ik op de wandeling er naar toe? Een blad dat donkerder gekleurd was dan de rest. Beter kijken, nee geen blad, een courgette. Hoera, kweek van eigen bodem. We voelden ons rijk. Nu de pompoenen nog.

Het schilderen ging goed. De hand en vooral de duim werd in de goede richting geduwd, maar de ogen schieten nu bijna vuur. Daar ga ik morgen verder aan sleutelen. Voor het licht moet ik de deur open houden omdat met deze donkere dagen er minder licht door de ramen komt en met twee uur ploeteren vinden de koude vingers het wel weer genoeg.
Daarna volgde een verzoek van het appartement in Budapest om online in te checken. Dat vergde even haarscherp opletten en goed lezen, in het Engels gelukkig want met Hongaars had ik er niet zo makkelijk uitgekomen. Met een half uurtje en een keer of vijf scannen voor we een goedgekeurde hadden, waren we klaar. Nu kunnen we met een gerust hart zondag op pad.
Als ik wat oude Zinmagazines doorblader kom ik uit bij een interview met Saartje van Camp de Vlaamse celliste, zangeres en theatermaker. Ze werkt nauw samen met Spinvis en op het ogenblik draait hun theaterstuk ‘Neveldieren’, een muzikale en poëtische voorstelling over hoe andere mensen tegen jou aankijken. ‘Iedereen heeft daar een volstrekt eigen beeld bij en ze kijken allemaal op een andere manier naar jou. Ik viel vooral voor het woord. ‘Neveldieren’. In mijn beleving zijn dat de mistwolkjes uit je mond, de sluierende witte wieven boven de weilanden in het tweeduuster, het aura dat sommigen kunnen zien, je ziel en zaligheid die het leven aanstuurt.
‘Er is een heel dorp nodig om een kind op te voeden’( It takes a village to raise a child), luidt het gezegde. Ieder buigt zich over een ander stukje speciale zorg. Is er dan ook een veelheid aan mensen nodig om de vraag ‘Wie ben ik’ te kunnen beantwoorden? Diep in mijn hart ken ik alle ikjes zelf wel, maar hoe mensen dat beleven hangt weer geheel af van hun eigen aard en de aannames die ze je toekennen. Boeiende materie om over te filosoferen. In mijn werk was ik mezelf, tussen de kinderen hoefde ik geen schone schijn op te houden, me niet beter voor te doen dan ik was. Daarbuiten heb ik vaak genoeg gehad dat het ongemak of de schaamte moeiteloos de overhand nam. Dan komt er heel iemand anders naar boven, waar ik met verbazing op terug kan kijken. Naarmate de jaren lengen is het minder geworden.
Ik ben benieuwd naar de voorstelling. Hoe zal hun invulling zijn van deze gedachte. Ik kijk een stuk van een nummer uit de voorstelling op youtube. Vooral in het eerste stuk komt het ongeloof naar boven door wat mensen vinden, voelen of ervaren van deze ‘Ik’. Ze vraagt zich af of zij dat werkelijk is en herkent zich er soms niet in. ‘Ben ik dat’, ligt haar op de lippen bestorven.
Gisteren kwam ik er niet meer toe deze blog af te schrijven. Nu heb ik een koe bij de horens gevat die me de hele dag bezig zou kunnen houden. Het was een beetje als toen zoonlief mij al die vragen stelde vorig jaar over hoe ik over alles dacht en hoe ik de wereld beleef. ‘Ken uzelf’ is een Oud-Grieks aforisme en prijkte boven de tempel van Apollo. René Gude heeft er een luisterboek aan gewijd met de titel ‘Ken uzelf, vraag het een ander’. Lang leve het internet, die het mogelijk maakt om er chocola van te maken. Voor vandaag ben ik onder de pannen
En toch zien we onszelf (te) vaak vanuit het oog van die ander. Het lijkt me (h)eerlijk om volledig vanuit jezelf te kunnen leven, zonder je te moeten afvragen wat de ander van je denkt. Vooral als jonge mens werkt het vaak belemmerend.
Geniet de verjaardagsdagen in een schitterende stad.
LikeGeliked door 1 persoon
Ja dat ben ik met je eens. Daarom is het hier die oase van rust. Je hoeft niets en niemand zal zich met ons bezighouden. Ja met het ouder worden wordt het wat makkelijker, maar toch. Ik ben benieuwd wat René Gude hierover zegt in zijn luisterboek.
Dankjewel Lieve, ik geloof dat het weer meezit❤️😘
LikeLike
Soms snak ik ook naar die rust, ver weg van alles en iedereen, samen alleen, gewoon 100% jezelf kunnen en mogen zijn. Geen overvolle planning, geen zorgen (kan dat?), geen enkele vorm van pleasen.
LikeGeliked door 1 persoon
Zorgen zijn er diep van binnen, maar hier mogen we ze op een laag pitje zetten van onszelf. Het is per slot van rekening De Hoff van tijt en eeuwigheid. Jozef heet Tijthoff vandaar😘
LikeGeliked door 1 persoon
Ik gun het je graag Lieve🫶
LikeLike