Overpeinzingen

Een zeer geruststellende gedachte

Er kwam een filmpje langs van hele blije kinderen. Ze waren niet zomaar blij. Het Maxima kinderziekenhuis had ze een ‘infuuts’ gegeven. Dat is een fiets waar de hele mikmak van infuus tot controleapparaten aan kan worden gehangen en waarmee je dan toch door de gangen kan roetsen. Wat een prachtige uitvinding is dat. En dan als cadeautje dat blije koppie van zo’n ziek kind, een grijns van oor tot oor. Je zou willen dat meer mensen in dergelijke innovaties hun energie zouden steken in plaats van elkaar vliegen af te vangen en vreemde besluiten te nemen.

Lief is achter in het bos vijgen aan het plukken. Het zijn de laatsten van het jaar. Een potje jam zit er nog wel in. De druivenoogst is door de grote droogte echt mislukt. Nou ja, dat vinden wij dan. De insecten zijn er reuze mee in hun sas. Het vliegt, het zoemt en het smult. Een groot insectenparadijs, dat prieel van ons.

Lief is in ‘Al het blauw van de hemel’ begonnen, ik heb hem gewaarschuwd. Vanaf hier kan je niet meer alles doen wat je nog buiten wilde doen. Straks wil je alleen nog maar lettertjes vreten. Zo werkt dat bij goede boeken. En dan te bedenken dat de schrijfster Melissa da Costa het in eigen beheer heeft uitgegeven en daarna pas werd ontdekt. We gaan nog een hoop plezier aan haar beleven.

In de Groene van vorige week staat een lezersvraag, voorgelegd aan de analyticus en psycholoog en filosoof Arthur Eaton. De vriendin van de vragensteller heeft een vinted-verslaving. Onder het mom van ‘het is zo goedkoop en zo duurzaam’ koopt ze veel meer dan ze nodig heeft en hij fietst al die keren braaf door de stad om de kleding op te halen. Hoe krijgt hij haar daar weer vanaf. De analiticus brengt zijn vraag terug naar verlangen. Daar draait het om. ‘Hoe veel we ook kopen, hoe vaak we ook succes behalen, hoeveel status we ook verwerven, er blijft altijd een gevoel van gemis en dat voedt onze nieuwe verlangens’, zegt de Franse psychoanaliticus Jaques Lacan. Inderdaad, even werkt het zo maar al gauw worden we overspoeld door nieuwe verlangens, vindt Arthur. Misschien moet je op zoek naar een andere behoefte die er onder schuil kan gaan. En dan geeft hij het advies om niet afzonderlijk van elkaar, zij op de bank met haar telefoon en hij fietsend door de stad, maar samen iets te gaan ondernemen.

Ik ben het met hem eens. Samen op de fiets, maar dan de natuur in of samen iets nieuws bedenken, een lekker restaurant opzoeken of een fijne film in een filmhuis, een kanotocht over de Kromme Rijn. Verzin het maar. Hier zijn we vaak afzonderlijk van elkaar bezig, maar ook even zo vaak samen iets aan het doen. Lezen, of schrijven of een goede film kijken die vooral veel stof geeft tot overpeinzingen, een bezienswaardigheid opzoeken en om de dag zo’n beetje altijd samen de boodschappen doen.

De neiging om kleding aan te schaffen verdwijnt hier trouwens als sneeuw voor de zon, omdat het niet uitmaakt wat je aan hebt of hoe je er bij loopt. Mensen accepteren elkaar. Er is rijkdom en armoede en dat loopt allemaal door elkaar heen. In de dorpen is het ook eenvoudig en kalm. Het leven speelt zich vooral in en om het huis af. En ontspullen gaat hier helemaal makkelijk. Je hoeft het maar aan de straat te zetten of iemand neemt het weer mee. Alles valt te gebruiken, ook als het kapot is, want dan worden de onderdelen eruit gesleuteld. Dan is het alleen maar fijn om door te geven. Een zeer geruststellende gedachte.

2 gedachten over “Een zeer geruststellende gedachte

Reacties zijn gesloten.