Overpeinzingen

Je weet nooit hoe het balletje rolt

We vonden gisteren net buiten Szigetvar een grote drogist nieuwe stijl. Uitgebreid assortiment, ruime paden, overzichtelijke schappen en een keur aan artikelen. Vitamine B12 was het doel, maar natuurlijk lagen er in het mandje uiteindelijk wat pedicure-benodigdheden, een multi vitamine-B en nieuwe borstels voor de elektrische tandenborstels.

Daarna wilden we naar de achterkant van het park naast de camping van het stadje. Eerst reden we op de bonnefooi richting Szolgaltato, een typisch Hongaars einddorp, maar raakten zover van Szigetvar af, dat het die weg niet kon wezen. Dan toch maar de Tomtom, op naar de ‘Kemping’ (in het Hongaars). Dat bleek een afslag vroeger te zijn. Dan klopte het toch, want Lief kon zich herinneren dat hij vroeger frequente keren door het park naar de camping was gelopen. Inderdaad.

De camping leek niet meer in gebruik, maar de pizzeria ervoor nog wel. Daarlangs liep een pad naar een monument en een bos. Enorme woudreuzen stonden aan weerskanten. Het was zo’n typisch verwilderd stuk van het park verderop. Ook liepen er grote buizen bovengronds doorheen voor de watervoorziening van het thermaalbad dat naast het park ligt in het centrum. In het woud was het heerlijk rustig, zelfs de vogels hoorde je nauwelijks op een krassende gaai na. Het zonlicht werd gefilterd door de bomen, een vredig en lieflijk gezicht. Er klonk een paar keer een licht geknor en we fantaseerden over een zwijn dat straks natuurlijk het pad over zou rennen. Helaas.

Wel ruiste het water door de pijpen en was er een gemaal aan het eind van het pad. Daar konden we langs lopen en kwamen weer uit op het pad dat ons naar Truus leidde. Rechts was het aangelegde en vernieuwde stuk park en links het natuurbos. Terug dan maar en de volgende keer weer eens een bezoek aan de rest van het park. Tevreden huiswaarts met de buit van de drogisterij.

In de vroege morgen had Lief al de hele krulwilg in het midden van ons eigen bos geknot. Een hels karwei, omdat ze ongemerkt sneller te groot zijn dan je zou denken en hij maakte er zijn doelbewuste handwerk van. De boomstammen zouden een goede bestemming krijgen in de omheining waar een nog mooiere plek zou ontstaan voor al het kleine grut, egels, vogels, insecten, bedenk het maar.

Vanmorgen kwam er een droevig bericht binnen waar dinsdag al een voorbode voor was. Een lieve dagelijkse blogger, net met pensioen, die ik al heel lang volgde zonder hem daar kenbaar van te maken overigens, schreef boven een stukje over prinsjesdag ‘Dit is mijn laatste stukje.’ En inderdaad. Vanmorgen stond zijn overlijdensbericht op facebook. Jarenlang loop je met iemand mee, las over zijn wel en wee en dan valt alles stil en merk je dat je iedere dag uitkeek naar zijn blog. Een fijne schrijver met een brede interesse. ‘Opgenomen door de sterren in hun nachtelijke pracht’ (Remco Campert), stond boven het bericht.

Er is nog Spaghetti over van gisteren. Gewoon de gekookte zonder saus of wat ook. Ineens wist ik vanmiddag wat ik met dat beetje moest doen. Ik ga straks proberen het te frituren. Het bestaat al, ook in Italie en ik heb het ze bij Masterchef Australië zien doen. Pasta Fritta alla Siracusana is een zoete variant met honing en tijm, maar ik wil de hartige met kaas en eieren en een salade Caprese ernaast. Het blijft een experiment natuurlijk. Als het lukt, volgt een recept.

Vandaag wilden we eigenlijk naar het molenmuseum van Orfu, maar er was een misverstand dat eerst uit de weggeruimd moest worden en daarna de was, het te verschonen bed, de rag, de webben in de keuken en het schrijven. Hoogstwaarschijnlijk zal het morgen gaan gebeuren. Je weet nooit hoe het balletje rolt.

6 gedachten over “Je weet nooit hoe het balletje rolt

Reacties zijn gesloten.