Na een heerlijk ontbijt een praktisch slapeloze nacht, omdat de airco ontbrak en het wind-en-fluisterstil was in de mooie kamer, maar de geluiden van een buurman-stommelaar tot vier keer toe luid en duidelijk te horen waren. Het gaf niets. Mijn moeder indachtig: ‘Als je je ogen dicht hebt, rust je ook’, hoorde ik om half zes alweer de eerste kerkklok beieren. Dorpse geluiden en tijd om aanstalte te maken om naar beneden te kunnen. Wat een heerlijk hotel is dit toch. Het jonge meisje, ligt het aan mij of worden ze steeds jonger, was al druk aan het redderen om haar gasten in de watten te leggen. Ieder kreeg een kan koffie of thee op de tafel staan en er was een uitgebreid buffet, waar je naar hartenlust kon nemen.
Mijn tafeltje stond al klaar in het rustigste deel van het restaurant. Het was al behoorlijk druk om zeven uur. Later zag ik de koffers van de busgasten klaar staan om ingeladen te worden. Aha, het hele gezelschap oudjes was klaar voor vertrek. Dat leverde een uitgebreid gekakel en gebas op, maar aan mijn kant zaten vooral de zwijgzame einzelgangers. Twee heren en ikzelf.
De reis ging opnieuw voorspoedig. Eerst een tankstation iets verderop van het dorpje Windorf gezocht en gevonden en daarna de beloning. Een tocht langs de Donau tot aan Passau aan toe. Geweldig, dat grote indrukwekkende spiegelende oppervlak, maar nergens een plekje om aan te meren en foto’s te schieten, waarop ik de beelden maar vastzette in mijn hoofd.

De grote vriendelijke podcast aan en luisteren naar de aangename stemmen van Jaap Friso en Bart Maliepaard over het nieuw in te wijden schooljaar wat betrof de jeugdliteratuur en de op handen zijnde boekenweek. Daarmee vlogen de kilometers onder mij door en draaide de klok zomaar een uurtje verder. Er zitten twee jeugdboeken in de koffer. Die werden niet in de uitzending genoemd, maar volgens mijn eigen criticus, dochterlief, waren ze niet te versmaden.
Bij Wenen miste ik even de afslag richting Budapest. Dat leverde een klein stukje buitenwijk van Wenen op, maar de onbetaalbare accurate tomtom had Truus en mij zo weer op de goede weg. Ik besloot niet naar Budapest toe te reizen maar halverwege af te slaan richting Nagypeterd. Daar won ik minstens een uur mee. Kostbare tijd omdat het verlangen zo groot was. Het betekende een uurtje dorpse wegen rijden, waarna ik op de snelweg naar Kaposvar in kon voegen. Twee uur verwijderd van het grootste cadeau op deze verjaardag. Mijn lief.
Steeds herkenbaarder werden de steden op de richtingwijzers. Balatonlelle, Kaposvar, Szigetvar en het laatste stukje kon me niet snel genoeg gaan. De hele weg lang had ik de Flitsmeister aangehad en dat was geen onnodige actie. Het leek wel of men om de paar meter een werkende flitser had plus hier en daar een paar verdekt opgestelde politieauto’s als waakhonden speurend naar hun vermeende prooi.
Het grote aftellen begon. Nog tien minuten, nog zeven, nog vijf, nog twee en daar was het trotse en statige huis al. Het hek zat dicht en langzaam reed ik langszij, toen ik Lief achter het tweede hek zag staan die mijn richting opkeek. Hij stak zijn hand op en gebaarde dat hij de deur en het hek zou opendoen. Het was precies kwart over vier. Niet gek. Acht uur over de rit gedaan.
Een warme omhelzing volgde. O zo lang geleden, die twee vertrouwde stevige armen om me heen. ‘Ha lieverd, ik ben er, eindelijk’.
💛💙🧡❤️
LikeGeliked door 1 persoon
♥️
LikeLike
Staan er foto’s van ‘het statige huis’ op FB?
LikeGeliked door 1 persoon
Ik heb een foto naar jou gestuurd in de chatberichten van FB
LikeLike
en geantwoord … dank u!
LikeGeliked door 1 persoon