Het feest in de speeltuin van het park begon omstreeks een uur. Iedereen was er op de oudste zoon na die met zijn gezin later zouden komen. Wat een heerlijk samenzijn. De kinderen konden uitgelaten alle speeltoestellen uitproberen zonder zich een buil te vallen. Nou ja, dat kon wel, want er was een groot klimkasteel met een enorme glijbaan, maar gebeurde nauwelijks. Er was zand, water, zon, wolk en wind, voor het feestvarken een kaarsje om uit te blazen om zijn dertien zomers te vieren en voor ieder wat eten en drinken. Wat wil een mens nog meer.
We schrijven Kanaleneiland. En natuurlijk is het park kleurrijk en vol met mensen en kinderen van allerlei die moeiteloos en grenzenloos met elkaar spelen. De sfeer is aangenaam en iedereen luiert en geniet, dat is duidelijk te zien. Dat alleen al is een feest en het logenstraft de opruiende uitspraken van sommige politici. Nederland is kleurrijk met de nadruk op rijk. Wat valt er veel schoonheid te halen uit jong en oud.
Ik had een klapkruk meegenomen maar voelde me daar hoog boven het stel op de grond toch wat eenzaam. Daarbij kwam dat op die afstand de stemmen makkelijk verwaaiden en ik ving voornamelijk flarden op. Maar ook in ons selecte gezelschap viel op dat alles met elkaar en iedereen speelde.
Halverwege de taartsessie werd het kleine tantetje wakker. Ze riep vanuit haar wandelwagen zowaar heel duidelijk om mama. Even later liepen we samen te wandelen richting dierenweide. Zoonlief kwam ons tegemoet en droeg de kleine verder, want het was best nog een stukje lopen. Bij de zwijgende schapen legde ze heel voorzichtig het vlakke handje op de wollige schapenvacht. De zwijnen stoorden zich niet aan ons, toen we de hokken inliepen en bleven lekker buiten in het zonnetje staan. De cavia’s lieten zich gelukkig van hun beste kant zien. Al pratend en kuierend weer terug. Altijd fijn.

De rest van de uitgelaten groep was druk met twee vliegtuigjes in de weer die loopings konden maken en soms hele glijvluchten. Steeds kwamen er andere kinderen mee, sprongen naar de luchtbellen die Franse schoonzoon en dribbel, met een apparaatje, aan de lopende band de lucht in lieten dansen. Uitgelaten probeerden ze de bellen te pakken. Meer is er niet nodig om een feest compleet te laten zijn.
Aan het eind van de middag was het stel compleet. De kleine djongos moest even wennen en kleindochter keek de kat uit de boom, maar al gauw was ze met de anderen uitgewaaierd naar het grote klimtoestel en wandelde ik met de kleine richting zijn moeder, terwijl hij alles wilde uitproberen. Het muziekorgel, grote klankbuizen waar je tegen kon slaan en die met geen mogelijkheid kapot te krijgen waren, de wipwap, samen met mij, want gelukkig een tweespan. We schommelden terwijl ik hem in de rug behoedde voor een duik, daarna naar de waterbaan. Daar kwam zoonlief me redden en ging met hem naar de pomp bovenin terwijl tante Pollewop de straal opving helemaal beneden aan het parcours. Dolle pret.
Om vijf uur ging de weide dicht en keerde iedereen huiswaarts. Rust voor de dieren. Bij dochterlief thuis zouden we patat en snacks eten en daarna was het feest over. Toen iedereen zat te smullen, een paar op de bank, de rest aan de tafel, kwam er loomheid boven drijven en sloeg genadeloos toe. Naar huis was de beste oplossing. Al met al een geslaagde dag, niet in de laatste plaats door de bevestiging dat we in staat zijn met elkaar samen te zijn zonder één onvertogen woord en dat is heel wat waard.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.