Oef, wat kletterde het lekker vannacht. Op een gegeven moment hoorde ik het water stromen en was in mijn waak/slaap toestand even bang voor een lek. Bed uit en de oren spitsen bij het raam tot ik me ineens realiseerde dat het het water was dat door de regenpijp aan de zijkant van de hoekwoning stroomde. Ach, natuurlijk, sufkipje. Klaarwakker was ik gelijk.
Water had ik gisteren genoeg gezien. Kleindochter zit op turbo-zwemmen en die ging ik ophalen, met haar Omi en met onze lachebek om ze met de auto naar het zwembad, een stadje verderop, te brengen. Gelukkig werd het zicht op de overkant van het bad door dikke rijen bosschage aan het oog onttrokken, want daar stond ooit onze zo geliefde school ‘De Overkant’. De aanblik van dat kale braakliggende terrein geeft nog altijd steken van weemoed en pijn in het hart. Niet over piekeren, maar door. Lachebekje in de kinderwagen, tassen eraan gehangen en voort naar de kassa, de kleedkamers en de kantine.
Het laatste half uurtje mochten we kijken. Nadat Omi kleindochter in haar wetsuit had gehesen en de kleine aan het spelen was bij het ingenieuze apparaat van spiralen, balletjes en bellen babbelden wij de tussenliggende tijd van ons af met opvoedkwesties, het vergelijken van vroeger en nu (natuurlijk), het begrenzen, het bieden van veiligheid en het waarborgen ervan. De kleine telg stapte intussen dapper rond tussen de tafels met scherpe punten op ooghoogte. Een pad vol gevaar. Er waren koekjes en krentenbollen ter afleiding.
Kleinzoon van haar had de gele slip gehaald met judo, op hetzelfde moment kwamen er twee filmpjes binnen van dribbel, waar hij zijn gele slip kreeg uitgereikt. Bijzonder. Daardoor kon ik, nog altijd vol trots, vertellen over lief, die zijn zwarte band bij Anton Geesink had gehaald, een Icoon pur sang, Anton dan hè, de legende van het Judo.
Het laatste half uur bleek dat Omi wel oversloffen had gekregen, maar er was voor mij geen paar beschikbaar. Een vrouw vertelde me dat ik door de gang buitenom mocht lopen met kleinzoon in de kinderwagen. Aan het eind van die gang stond mijnheer Bullebak zich te ontdoen van de bovenkant van zijn wetsuit en poste zich met een indrukwekkende bleke torso imponerend voor de ingang, vroeg bars wat ik kwam doen. Het kleine meisje kwam even boven drijven, daarna de verontwaardiging. Nou zeg. De badmeester van kleindochter wuifde zijn bezwaar weg. De boze badagent gaf op diezelfde barse manier privé-les aan een jongetje en ik vermoedde dat deze lieve kleine jongen niet echt meer van zwemmen zou kunnen houden na een aantal lessen van zo’n meester.

Kleindochter zwom de spetters uit het water en was helemaal klaar voor het afzwemmen, al ging het duiken op z’n hondjes, met vier pootjes naar voren. Bibberend hoopje om aan te kleden en Nijntje om kleinzoon zoet te houden na de lange zit. Omi was net zo nat als kleindochter.
Het een en ander bracht me bij het zwemmen in het oude Noorderbad. Vanaf het moment dat het zwembad openging konden we er met een familie-abonnement terecht en zwommen het liefst drie keer per dag als het kon, omkleden in de schapenhokken als je jong was en als je ouder werd in de badhokjes met te weinig ruimte. Een pierenbadje voor de allerkleinste bij de kraantjes, het ondiepe, de brug en het diepe. Broertjes die je erin gooiden ook al was je de heilige zwemkunst nog niet machtig. Op z’n hondjes dan maar. Dezelfde barse badmeesters met de haak bij de zwemlessen van mijn jongste broer en zusje.
Om zes uur was het feest. Dan ging de deur tussen het meisjes en het jongensbad open en mochten we door elkaar zwemmen. De uitdaging, heldhaftige capriolen op de lage en de hoge duikplank, heimelijke verliefdheden, verlegen gestolen zoenen, puberale verkenning op de zonneweides. Het was er allemaal. Het halve gezinsleven speelde zich daar van de lente tot de herfst af en zwemmen konden we als de beste.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.