Overpeinzingen

Redden wat er te redden valt

De dag begon met een staaltje grilligheid. Grijze lucht, waar bij tijd en wijle geheel onverwacht dikke druppels uitvielen, een plaatselijke stortbui, fel en intens, om even plotseling weer op te houden. Merel, lijster, mussen en hun jongen en zelfs de wielewaal en de appelvink laten zich horen en zien. Vooral de lijster orakelt wat af in de grote es achter de stalletjes. Voor het groen is. het heerlijk, al dat vocht wat naar beneden komt en aanzienlijk beter gedoseerd dan in Nederland. De klaprozen zijn aan hun eindje en gisteren heb ik er een aantal met wortel en al uitgetrokken om ze te drogen. ‘Lief heeft alles’ is hier een gevleugelde uitspraak en warempel. Een lange stok, sisal en bindtouw is gauw gevonden. De stok maak ik met de sisal vast aan de balken en daar hang ik de meeste klaprozen aan hun worteltronken omheen, de losse gebonden met het binddraad. Nu kunnen ze drogen en daarna kan ik het zaad verzamelen. Oneindig blij ben ik met het hele balkenstelsel van het terras. Daar kan je alles aan ophangen. De korenbloemen grijpen hun kans nu er meer ruimte is en tieren welig. De grote kamille moet gestut, die missen het steuntje.

Het valt me op dat de schoonheid van bloem en plant pas echt goed tot hun recht komt als ze hun eigen weg mogen volgen. Normaal trekken we aardig wat akkerkool weg hier en daar. Maar aan de zijkant van de Hof hebben we een rand ongeremd. Daar bloeit ze op als nergens anders en zorgt voor een kleine waterval van geel gespikkeld tussen het groen. Hetzelfde geldt voor de fijnstralen. Bij het beeld van de vrouw met de kruik staan er heel veel, eigenlijk is ze omzoomd door de fijne witte bloemetjes. Bij een bric à brac in Friesland zag ik zo’n zelfde beeld omringd door witte petunia’s en ik had hetzelfde voor ogen met onze dame, maar dit is minstens net zo prachtig en dat heeft de natuur zelf verzonnen. Om in ere te houden natuurlijk.

Gisteren keek ik de film terug van Lucia de B, de verpleegkundige die onschuldig een aantal jaren heeft vast gezeten, beschuldigt van moord op oude van dagen en baby’s. Ik besprak het met Lief, die net als ik de wereld van het ziekenhuis ook intern kent. We kwamen tot de conclusie dat er, als je iemand verdacht wil maken, mogelijkheden te over zijn in een ziekenhuis, omdat veel handelingen nog altijd één op één gebeuren en dat het evengoed onmogelijk is om te beweren dat er kwaad in het spel is, omdat er om de haverklap iets mis kan gaan met de patiënt zelf of met de apparatuur. Ik vraag me af hoe iemand daarmee om kan gaan met de wetenschap dat je onschuldig bent en toch moet vechten tegen de bierkaai. Dat moet toch cynisme en verbittering opleveren, om maar niet te spreken van het verlies van vertrouwen in de mensheid. De euforie toen ze vrij kwam had twee kanten. Natuurlijk ben je blij als je je vrijheid hebt terug gekregen, maar wat te doen met dat vreselijke hiaat, het gat in de tijd, het buitengesloten zijn voor een aantal jaar en in de wetenschap dat het iets is waar je geen schuld aan hebt. Dat moet vreten. Een intrigerende film.

Hagedis liet zich gisteren weer uitgebreid bewonderen. Zo in het zonnetje kwamen vooral de prachtige kleuren goed uit. Hij was overduidelijk op jacht en zocht de grote vliegende mieren. Er friemelden er een aantal op het terras, die ik er van afveegde. Ze kwamen regelrecht voor zijn kleine vraatzuchtige bekkie terecht. Met een onmiskenbaar genoegen snoepte hij het lekkers naar binnen terwijl de rest van de mierenfamilie zich de pootjes onder het lijf vandaan rende. Redden wat er te redden valt.