Vanmorgen om tien voor tien was de installateur van de nieuwe router er al. Dat bleek iets meer in te houden dan het aansluiten van het kastje alleen. De kabels waren verouderd en die moesten vernieuwd worden. Tot mijn grote verbazing, ik had het nog niet eerder gezien, pakte de bedaarde man een lange ladder uit zijn auto, zette hem tegen de grote mast met kabels aan de overkant en sleutelde aan het kastje dat beneden de elektriciteitskabels zat en dat kennelijk bij de telefoon hoorde. Doodgemoedereerd, af en toe opkijkend en inschattend wat de afstand tot het huis zou zijn, bevestigde hij een deel van de kabel aan de draad en prutste iets in het kastje, vervolgens liet hij de draad vallen, om hem beneden weer op te rapen en de ladder tegen ons huis te plaatsen. Zo gaat dat dus. Alle kabels vervangen, de router omgewisseld, en de zaken keurig geïnstalleerd met een kalmte die geprezen mag worden. Zijn blik monsterde tussendoor telkens vol verbazing het huis.

O, de zaligheid van gewoon weer het internet op te kunnen, dingen op te kunnen zoeken, te schrijven zonder capriolen, te facetimen. Zelfs buiten op het terras is er weer snel en goed bereik. Een zegen.
In een oude Zin lees ik een artikel over het ‘Lege-Nest-syndroom’. Haha, daar heb ik vroeger nooit last van gehad. Misschien ook omdat de overgangen vrij geleidelijk en soms zelfs laat op gang kwamen. De dochters waren er veel eerder aan toe dan de jongens en de laatsten kwamen soms zelfs een of meerdere keren weer even een jaartje ‘logeren.’ Terwijl Lief moed verzamelt om het omhoog geschoten gras te maaien, wik en weeg ik mijn gedachten. Het is ook zo dat het ‘Nest’ nooit helemaal leeg is geweest. Immers zoonlief huist nog steeds met schone dochter bij ons. Stiekem vond ik het heerlijk als ze weer eens een jaartje kwamen overbruggen, dat weer wel. Ben nou eenmaal de drukte altijd gewend geweest. Waar dat eventuele syndroom wel heerst, is hier. Maar dat zijn ook de omstandigheden. Het aantal kennissen is zeer beperkt, het contact met de overburen is van ‘Jo napot’ en ‘Viszlat’. De stad is een half uur rijden, de winkels zijn beperkt, supermarktcontacten zijn er nauwelijks. De kinderen appen en face-timen en toch is dat niet hetzelfde als even lekker warm knuffelen, zoals wij als familie zo gewend zijn te doen.
Gisteren heb ik al uitgelegd dat we elkaar de vrijheid gunnen om vaker alleen naar Nederland te gaan. We laten elkaar niet los, want we vinden elkaar nog steeds veel te lief, maar het jasje waarin we onszelf hadden gegoten, mag wat ruimer. Hier doe je bijna alles samen. Straks zal het weerzien na een korte pauze alleen maar veel fijner zijn. Alléén reizen is een dingetje, maar ik hou de wijze woorden van mijn vader maar indachtig, die vroeger vond dat ik mijn rijbewijs zo snel als mogelijk moest halen. ‘Dan ben je onafhankelijk’, zei hij en daarmee liet hij de politieman, die alle gevaren van de wereld kende, in zichzelf los. Zo is het. Dat heet een wijs besluit. Alléén in een hotel is een ander obstakel. Daarbij moet ik maar aan jongste zuslief denken, die door het land reist en heel vaak ergens een nachtje moet doorbrengen. Ze heeft al aardig wat ho-en-motels bezocht. Ze doet het toch maar. Dappere Henkie. Nu ik nog.
Ik hoor de maaier maaien, dus Lief heeft zich vermand. Het maakt een doffig lawaai. Heel anders dan de bosmaaiers die je in iedere tuin te pas en te onpas hoort om hele velden weg te maaien. Geloof me, daar ga je een aversie tegen ontwikkelen. Ik reken ze tot ‘een nadelig dingetje’, want ze scheuren de stilte onherroepelijk aan gort en er is geen kruid tegen gewassen. Maar tegen al die kleine bezwaren weegt veel op, vooralsnog is het nog steeds een ‘Hoff van Tijt en Eeuwigheid’ en dus genieten.
Voor vrijwel alles is de eerste keer spannend.
LikeGeliked door 1 persoon
Wijs gesproken❤️
LikeGeliked door 1 persoon
Een ruime jas zit meer comfortabel dan een strakke. De tijd brengt ook altijd raad.
LikeGeliked door 1 persoon
Dat eerste absoluut en tijd geeft hele goeie raad, we zijn allebei zo heel erg blij❤️
LikeLike