Overpeinzingen

Is er iets mooiers denkbaar

De ochtend was al bijna voorbij. Lief was achter met een struik rozemarijn bij de datsja bezig om deze te vrijwaren van onkruid en ik las verder in de biografie van Pol, lees Paul, van Ostaijen. Wat een boeiend verhaal en dan met name de revolte van de jonge Vlaamse studenten tegen dat bolwerk van het katholicisme, hun scholen en het dogma, dat ze hen op wilde leggen. De vrijdenkers Tolstoj en Serrer inspireren. Zijn hang naar persoonlijke vrijheid is groot. Vooral dat zorgt ervoor dat ik me verlies in de woorden. Vergat er zelfs door te schrijven. Het is een onhandig boek, want te dik om ter hand te nemen of tegen je knieën aan te laten leunen als je op bed ligt. Je leest het rechtop aan de tafel en misschien is daardoor de concentratie nog net een tandje hoger, wie zal het zeggen.

Het belet me niet om af en toe op te kijken en de natuur in ogenschouw te nemen en ineens zie ik een gifgroene grotere salamander of hagedis dan de bruine van vorig jaar, van de dakpannen oversteken naar de vijgenboom. Ik knip een onduidelijke foto waarna hij schielijk in het struweel verdwijnt. Natuurlijk speuren we de bronnen na, wat of het geweest zou kunnen zijn. Hij was groter dan de kleine bruine exemplaren die zich bij mooi weer koesteren in de zon op de dakpannen en haastig wegschieten zodra je in de buurt komt.

Vandaag hebben we overlegd met de broer van Lief om hem en zijn vrouw onze bibliotheek aan te bieden als slaapplek. Ze willen langs komen in Mei. Een uitgelezen moment om dit grote huis weer open te stellen voor logees, zo het uitkomt. Boven op de grote zolder staan twee ouderwetse maar goede metalen bedden met een prima spiraal. Daar kopen we nieuwe matrassen in, beddengoed ter aanvulling en zie daar. Er staat zelfs nog een rococo-kaptafeltje. We zullen zien wat deze lente aan meerwaarde brengt.

Bij aarzelingen over eventuele te maken plannen heb ik veel aan een uitdrukking die ik tegenkom in een van de bladen van dochterlief. ‘Zo niet nu, wanneer?’, oftewel ‘If not now, when’. In de tijd van corona is dat isolement er hier zo’n beetje ingeslopen en als je niet meer gewend bent om visite te ontvangen kan een drempel steeds hoger worden. Maar ik vind het heerlijk om mensen uit te nodigen, nu ik er de tijd voor heb, en ze deze prachtige kant van dit weidse land kan laten zien. Vorig jaar is er een kiem gelegd door dochterlief en haar gezin en de vriendin van lief, die hier haar eigen huisje had. Nu kunnen we stap voor stap gaan uitbouwen.

De uitdrukking bezigen is een prima manier om eventuele beren op de weg op te ruimen en schoon schip te maken. Bij flitsende ideeen volgt zo dikwijls ‘Ja, maar…’ en dan komen er allerhande bezwaren waardoor je van het idee kan worden afgebracht. Geen uitstel meer, maar er voor gaan. Ik vind het een mooie geestkracht, een bron van nieuwe energie. Een logeerkamer betekent mensen over de vloer, een nieuw elan, een huis vol leven en daar tussenin weer de broodnodige rust. Balans zoeken, verlangen vervullen. Is er iets mooiers denkbaar.

2 gedachten over “Is er iets mooiers denkbaar

Reacties zijn gesloten.