Overpeinzingen

Zo heeft alles een voor- en een nadeel

Op tweede paasdag reden we om een uur of tien richting Linz. De telefoon, de apple-car-play en ik hadden wat opstart-problemen. Auto op een Parkplatz, zoon even bellen, alles geprobeerd en uiteindelijk kwam ik op het lumineuze idee om de telefoon te resetten. Daar zat de kink. Daarna konden we onder de welluidende klanken van Boudewijn, de keuze van Lief, genieten van de zon, de betamelijke rust op de weg en het Beierse land.

Melk lag verder weg dan gedacht, maar toch niet meer dan vijf-en-een-half uur rijden. Zodra we het stadje inreden, waren we in de straat waarin ons appartement moest liggen. In ieder geval zagen we even daarvoor een afhaal-pizzeria die open was. Dat werd in het geheugen gegrift. Altijd handig met Pasen. Het appartement kende een sluitend systeem om binnen te komen met de aangegeven code in de mail. Daar zijn we niet de handigste in, vooral omdat we nogal voortvarend en naar eigen goeddunken te werk gaan. Na een belletje de verlossing. Gewoon te lang gewacht met opendoen van de zware deur.

De kamer was op de eerste etage en bleek prima te zijn. Een mooi, echt Oostenrijks bed met nachtkastjes en bijbehorende kledingkast, met patronen die leken op de beschilderingen van de Friese meubels in dezelfde kleurstelling. Het was buiten heerlijk zonnig. We liepen op ons dooie akkertje, na het lossen, naar de pizzeria en bestelden twee stuks, want we hadden geen ontbijt gehad en onderweg ook nog niets gegeten. Het smaakte heerlijk. Mijn ogen waren natuurlijk groter dan mijn maag maar lief zijn maag was gelukkig anderhalf maal zo groot. Daar ging de hele pizza en mijn deel grandioos in. Waar laat die jongen het. Het is te allen tijde beter dan weggooien.

Ook al was de rit voorspoedig verlopen, toch was ik moe. Misschien door het ingaan van de zomertijd, dat natuurlijk altijd een te grabbel gegooid uur kostte. Bovendien slaap ik de nacht in een onbekende kamer altijd onrustiger en ben vroeg wakker. Dat zit nu eenmaal in het beestje gebakken.

Bij binnenkomst was ons aan het eind van de straat een soort slot opgevallen. De vrouw des huizes, een vriendelijke, wat bescheiden, dame vertelde ‘s morgens bij het ontbijt, dat het een abdij was. Internet leerde dat de abdij nog volop in gebruik was met rondleidingen, vernissages en misdiensten. Het zag er in ieder geval indrukwekkend genoeg uit.

De volgende ochtend na een goed ontbijt begonnen we rond tien uur aan het laatste deel van de reis. Dat bleek ook al een fluitje van een cent. Rond Wenen en rond Budapest was het even wat drukker, maar voor de rest was iedereen in Hongarije in ieder geval Pasen aan het vieren. Het laatste deel van de rit bij Pécs moesten we wat dorpen door, maar verder hadden we alleen maar goed geoutilleerde snelwegen gehad. Bij de benzinepomp schaften we wat versnaperingen aan, want de supermarkten, zelfs de grote Lidl en Tesco, waren gesloten.

Bij het zien van het lange lint dat ons dorp eigenlijk was, werden we allengs opgetogener. Hoe zouden we alles aantreffen, is een vraag die altijd in ons achterhoofd zit, ook al hebben we de wetenschap dat onze trouwe vriend daar de boel met regelmaat inspecteert. Met de auto eenmaal veilig en wel achter het hek en alle bagage binnen kon het grote uitpakken beginnen en daarna de inspectie van het hele terrein.

Minimaal een wandelingetje naar achteren naar het stuk wilde natuur, want ik meende gezien te hebben dat er was gemaaid en inderdaad. Lief dacht dat het iemand was geweest met een Palinka of meer op, gezien de wonderlijke draaisporen. Typisch Hongaars, als dat zomaar is gebeurd. Het kan ook nog vanuit de gemeente zijn geweest, die de stad netjes wilde hebben voor de Pasen. Er was nog een onverlaat bezig geweest. De buurman had de krakkemikkige muur van zijn schuurtje aan onze kant verwijderd en tegelijkertijd ook de complete begroeiing aan varens en blauwe regen weggestoken. We kijken nu tegen een lelijk golfplaten wandje. Daar vinden we wel wat op. Het muurtje was gevaarlijk, maar wel prachtig rustiek, de blauwe regen in zijn uitwassen moordend. Zo heeft alles een voor- en een nadeel.