Hoe vertel je het personeel van een goed georganiseerd hotel-restaurant hoezeer je het waardeert dat ze met respect en aandacht hun klanten benaderen en je je thuis laten voelen ook onder onverwachte omstandigheden. Ik zat op de laatste ochtend op de hotelkamer, keek voor de laatste keer uit het raam, onze ‘room with a view’, en dacht na. In mijn rugzak wist ik een schetsboekje. Dat haalde ik te voorschijn, scheurde er twee hartjes uit, schreef met mijn fineliner er een bedankje op namens ons beide. Een legde ik in het midden op de kussens, waar de vorige ochtenden steevast een lekker chocolaatje voor ons had gelegen als we terugkwamen van een dagje Den Burg. De ander nam ik mee naar beneden, na een laatste blik op ‘ons’ honk voor drie dagen te hebben geworpen. Er stond ook een uitvoerig bedankje in het logboek.
Het hartje overhandigde ik aan de vrouw die ons steeds had geholpen en in de watten gelegd. Ze nam het verheugd aan en beloofde het op de balk te hangen. Dankbaarheid verpakt in de kleinste dingen. We rekenden de laatste maaltijd af en gaven een rijkelijke fooi. ‘Dag Smulpot met je waanzinnige ontbijten, tot later weer eens’.
De wachttijd met de boot was zo voorbij en ook het afmeren werd soepel geregeld in rotten van twee. De wat grauwige dag werd allengs lichter naarmate we meer landinwaarts trokken en uiteindelijk kwamen we met zon aan. Heerlijke lentedag. Tijd om even goed uit te rusten. De nacht was onrustig verlopen omdat we nu beiden verkouden waren en ik vooral verschrikkelijk had moeten hoesten. Nu weet ik eigenlijk pas zeker dat de geurstokken in het toilet daar vermoedelijk debet aan waren, want vannacht heb ik die hoestprikkel niet gehad.

Vandaag staat het jaarlijkse longfunctie-onderzoek op de rol. Dan hoor ik maandag na een telefonisch praatje met de longarts hoe het er voor staat. Ben benieuwd.
Waar we alle twee niet aan toegekomen waren, was het lezen. Beide dikke pillen lagen nog onaangeroerd. Vandaag met het aanbreken van de dag rond zeven uur, konden we beter uit de voeten. De oude routine was zo weer opgepakt. Puzzeltje, stukje lezen en schrijven, ongeveer in die volgorde.
‘De Moeders van Mahipar’ door Forugh Karimi begint meteen pakkend. Onmiddellijk zit ik in het verhaal van Mardjan en haar zwijgende zoontje onder de vleugels van de liefdadige weldoenster Tine, die een enigszins verstikkende voortvarendheid aan de dag legt.
Er is sprake van een dubbel vertelperspectief, het verblijf in Nederland in de derde persoon en de herinneringen worden verteld vanuit Mardjan zelf. Het werkt vooral verfraaiend en helder.
Tine vroeg haar of ze ‘een vrouw zonder geschiedenis’ was en Mardjan bedenkt dat dat is wat ze wil zijn hier in het land. ‘Een vrouw zonder geschiedenis‘ zou haar precies die broodnodige veiligheid bieden waar ze naar op zoek was.
Tot nu toe is het verhaal vooral van belang omdat aan bod komt hoezeer we langs elkaar heen kunnen praten vanuit onze eigen achtergrond. De goeddoenerij van Tine wordt heel anders ontvangen en beleefd dan ze denkt, maar dankbaarheid wordt wel vereist als voeding voor de hulp. Daar schuurt toch het een en ander. Ik ben pas helemaal aan het begin van de roman, maar zodra je in het verhaal zit leg je het niet makkelijk meer weg.
Maar nu moet het. In de benen en aan de slag. Anders halen we het ziekenhuis vermoedelijk helemaal buiten adem. Haha en dat is vast niet de bedoeling.
Super idee van dat hartje. Eigen maaksel is tof om geven én krijgen. Ik duim met je mee voor flinke ademteugen.
LikeGeliked door 1 persoon
Maandag weet ik meer. Dan word ik gebeld door de longarts. Maar ze heeft goede tips voor het inhaleren gegeven, waar ik mee uit de voeten kan ❤️
LikeGeliked door 1 persoon