De reis, lopend door de Utrechtse binnenstad, kon op mijn dooie akkertje nu er zeeën van tijd waren. Ik volgde aandachtig de gevels en de gebouwen, bleef stilstaan voor een etalage met wonderlijke prullaria van een kunstenaar en prees de stadse geveltuinen, ook al benam menig klimop of de takken van een blauwe regen een onbelemmerde doorgang. Een kniesoor die daarop let. Hier en daar een geveldicht om over te mijmeren, dan weer een ingemetselde afbeelding. De rechtbank bleek een restaurant te zijn geworden. Het Domplein, nu zo goed als autovrij, een werelds plein met de statige kerk aan de ene en de ingepakte Dom aan de andere kant. Het academiegebouw functioneerde als licht in de opkomende duisternis. Er liepen nog steeds toeristen met fototoestellen of mobieltjes in de aanslag in hun hand om alles vast te leggen.
Bij de theaterschool Dom Under moest ik zijn. Het heette zo omdat je er ook de mysterieuze diepe krochten onder de dagelijkse voetstappen kon verkennen en je je in het historische verleden mocht wanen. Er boven was de muziekschool gehuisvest en meer naar achteren de theaterzaal. Door de vrolijke vrouw achter de bar liet ik me de weg wijzen. Trap op en rechtdoor. Er was gelukkig een lift. Toen ik deur opende, keek ik in een grote donkere ruimte waar een aantal kinderen heen en weer renden over het podium. Kleinzoon zag me en kwam een knuffel halen met de melding dat ik te vroeg was. Beneden was een barretje met tafels en stoelen, dus ik zou me wel vermaken. Met een biertje 0.0 onder handbereik ontspon zich de kakofonie van het moment. Twee dames waren, woordelijk verstaanbaar, in een kennelijk geanimeerd gesprek. Er was muziek, maar er klonk ook gepingel van een leerling die op de piano haar repertoire te beste gaf. Ouders met kinderen, een dollend meisje met haar vader of misschien wel een oom, gierend gelach. Zwijgende jongeren met koptelefoons op boven hun verlichte computerschermen als rustpunt in het geheel.
Het werd, al naar gelang de tijd verstreek, steeds drukker en onrustiger. Eindelijk ontwaarde ik de twee dochters met hun gezinnen in het kielzog. Kleinzoon had een groot publiek. We zaten op de voorste rij aan de linkerkant en de drama-juf kondigde aan dat de kinderen het thema ‘Hoog Catharijne’ zelf hadden gekozen. Korte scènes, snelle acties. Hier en daar niet altijd goed verstaanbaar. Ze hadden er voldoende ‘slang’ in verwerkt en het eeuwige mobieltjes-turen kwam eveneens goed naar voren. Snel geld verdienen en Yo-Bro-handjes waren ruim vertegenwoordigd. Natuurlijk speelde kleinzoon de sterren van de hemel. Regelmatig lagen zijn broers en neef en nicht in een deuk. Oma haar moeizame gehoor had wat problemen met sommige gebromde antwoorden van minder hard pratende tegenspelers en met de snelheid.

Het tweede deel van de voorstelling bestond uit geïmproviseerd theater in viertallen met opdrachten uit het publiek. Vooral dat was erg leuk, vond ik. Al met al waren we natuurlijk trots op onze eigenheimer, hij werd in de bloemetjes gezet. Veel te snel, na een half uur, was het weer voorbij. Allemaal naar buiten op dit onchristelijke uur, want het was half zes. De maaltijd moest gekookt, de kleintjes naar bed. Alles verdween al fietsend. Mijl op zeven om met de auto te gaan. Ik wandelde terug naar de Herenstraat en vervolgens naar de Singel. Het leverde een aantal mooie plaatjes op. Het kost wat,maar dan heb je ook wat. Utrecht op haar best.
Terecht een fiere oma. Het plezier van de kinderen is dan zo heerlijk besmettelijk.
LikeGeliked door 1 persoon
Precies Lieve, daar kunnen we goed op teren❤️❤️❤️
LikeLike