Overpeinzingen

Samen leven

De overbuurvrouw kuiert over de straat. De armen over elkaar, haar lange vest houdt ze angstvallig om zich heen geslagen om niets van de ochtendkou binnen te laten dringen. Haar lange rok piept er onderuit. De haren in een snelle paardenstaart. Een peinzende tred. Voeger zeiden mijn ouders dan: Een stuiver voor je gedachten’, als je met de blik naar binnen gekeerd de wereld aanschouwde. Je was er wel maar toch ook niet. Met geen pen te beschrijven, die gedachten van dat ogenblik.

Kleinzoon appte gisteren met de vraag of hij vandaag langs mocht komen om te schilderen. We gaan werken aan zijn portfolio. Dat heeft hij nodig voor zijn school. Er zijn wel honderd ideeën langs gekomen vanmorgen vroeg. Maar eerst maar eens afwachten wat hij er van verwacht en wat hij aan fantasie meebrengt. De ezel staat klaar, er is een maagdelijk doek.

Gisteren is de dag voortgekabbeld. De gure wind hield me binnen. ‘Watje’, fluister ik mezelf dan in. Eens een koukleum, altijd een koukleum. Het is nooit anders geweest.

In de nieuwe Vrij Nederland vraagt iemand zich af of Links zich manifesteert als een doorgeslagen strenge juf die met haar dunne lange vinger in de rug van alles wat tegenstaat prikt. Ik moet denken aan een verzuurde oude vrijster, zoals ze vroeger werden afgeschilderd, die arme eenzame oude vrouwen.

In de Volkskrant een schrijnend verhaal over een vrouw, die duidelijk tussen de wal en het schip is gevallen en buiten de wereld zweeft. Helaas nu letterlijk. Een aantal dagen geleden is ze dood in haar bed gevonden. Haar pruik had ze niet op. Ooit als man geboren, als enig kind, bij ouders die vurig hoopten op éen sterke jongen van stavast, een krachtig type. Verheerlijking van het uniform en van Hitler. Maar de arme ziel voelde zich vrouw in een mannenlichaam. Midden twintigste eeuw was dat een garantie voor spot en uitgesloten worden. Mensen zijn hardvochtig. Eenzaam en alleen in een vervuild huis, een treinrails met treintje in het midden van de kamer, een bureaustoel, meerdere verouderde computers.

Waarom schreven die jongens uit het VN de rechtlijnigheid toe aan een ‘Juf’ en niet aan een Meester met zijn strakke normen en waarden. Hij vertelt van een werkzame periode in de Laak, een vergeten wijk in Den Haag, met schimmelwoningen en mensen in nood. Ook daar eenzame ouderen en de ene situatie nog schrijnender dan de andere. Hij ontmoette er geen linkse stemmers ondanks de partijprogramma’s over sociale en economische behoeften van het volk. Hier betekende links de kloof tussen rijk en arm. Links is de elite en ze smaakt naar bedorven chocolademelk.

Hij eindigt zijn artikel ermee, dat de strenge juf is weggepest door de ‘Bully’ van de klas, lees rechts, die in het gat sprong dat links liet liggen. De vrouw uit de volkskrant heeft er niets meer aan. Ze had graag omarmd willen worden zoals ze was. En dat is precies wat het leven is. Jezelf mogen zijn met al je eigenaardigheden, links of rechts of dwars door het midden, hoe je er ook over denkt en hoe je er ook uit ziet. Geen bully’s meer die uit frustratie blijven jennen, geen strenge juffen die de boel dichttimmeren, geen oude knarren met rechtlijnige ideeën zolang ze anderen beletten zichzelf te mogen zijn. En anders, als ze iedereen in hun waarde weten te laten, ook goed. Verbonden zijn, waardering hebben, ruimte geven, breeduit durven meten en, zo eenvoudig als het klinkt, samen leven.

Een gedachte over “Samen leven

Reacties zijn gesloten.