Overpeinzingen

Mijn dag kon niet meer stuk

Gisteren begon een beetje grijzig. Het weer had ervoor gezorgd dat zin tot in de tenen was gezakt. Tot de telefoon begon te trillen. Een mij onbekend nummer. Lief was al naar beneden en ik moest in de benen om te gaan douchen, maar dat wilde dus nog niet zo. Wachten op een eventuele voicemail. Warempel, een goede vijf minuten later een berichtje. Het Antoniusziekenhuis, poli oogheelkunde. Of ik terug wilde bellen, als ik eerder geholpen wilde worden. Ineens kreeg de dag meer glans. Eerder was ons zeer aangelegen. Dan hoefden we niet tot ver in april de controle af te wachten. Elke week langer in onze geliefde hof in Verweggistan was meegenomen.

Ik werd maar liefst vier keer doorverbonden eer ik de Veronique weer aan de lijn had, die haar boodschap voor mij had ingesproken. De operaties konden plaats vinden op 23 januari en 13 februari, of ik dat wilde. Vliegensvlug schoten allerlei eventuele handelingen ter voorbereiding door het hoofd. Vraagje voor haar over de te bestellen oogdruppels die een dag van te voren in het oog moesten worden gedruppeld. Geruststellend antwoord. Die zouden ruim op tijd zijn. Dan waren er geen bezwaren meer.

Ik verbrak de verbinding en begreep toen pas dat 23 januari al volgende week dinsdag zal zijn. Een nog veel prettiger bijkomstigheid was het tijdstip, dat nu verschoof van kwart over zeven naar kwart voor tien. Beter. Bovendien kwam ik nu niet in de knel met afspraken die in Maart iets te dicht op elkaar gepland stonden, zoals de uitvoering van het koor van dochterlief en de drie-dames-avond van de dochters en ik, waarbij we naar Claudia de Breij in Carré zouden gaan. Alleen maar voordelen. En het allerbelangrijkste: Ik zou de wereld dan al weer met helder zicht tegemoet treden.

Lief was al net zo enthousiast, Een planning voor het verloop van de dag was nu gauw gemaakt. Eerst naar het tankstation, dan naar de apotheek, dan naar de kringloop en dan naar de supermarkt. Het was een geluksdag vandaag, want alles lukte. De druppels besteld, die er waarschijnlijk de volgende dag al zouden zijn, bij de kringloop vonden we de snijbonenmolen, zo’n heerlijke ouderwetse handmolen, waaruit de snijbonen als kleine grashalmen te voorschijn kwamen en in de wandelgangen nam ik twee prachtige delen van Van Gogh mee, door het Kröller-Müller in 1990 uitgegeven, met al zijn schilderijen en, het belangrijkste, zijn tekeningen met vele onbekende schetsen. De jongen die ons hielp moest de prijs nog bepalen en mompelde wat. Ik verstond 25 euro per deel, wat ik misschien wel teveel vond, maar het bleek 5 euro per stuk te zijn. Kaasje. Zie je wel. Mijn geluksdag. Een appje van de apotheek, dat we de medicijnen op konden halen uit de automaat. De druppels waren binnen. Jottem, het liep gesmeerd.

Er was wel een wonderbaarlijke gebeurtenis geweest, die dag. Mijn soksloffen waren nergens te vinden. De avond ervoor had ik ze uitgedaan samen met de andere kleding en nu waren ze verdwenen, foetsie, opgelost. Vreemde zaak. Het hele huis was binnenstebuiten gekeerd, maar geen spoor te zien.

Enfin, de snijbonenmolen deed prima haar werk en had de bonen binnen de kortste keren tot keurige sprietjes gemalen. De blote billetjes in het gras, zoals mijn moeder die kon maken, zonder stampot trouwens, werden met gebakken aardappeltjes en een kaasschnitzel opgediend. Ze waren nostalgisch lekker.

De jubelstemming bleef erin. Mijn dag kon niet meer stuk.

4 gedachten over “Mijn dag kon niet meer stuk

Reacties zijn gesloten.