Overpeinzingen

Een leven als een luis op een zeer hoofd

Lieve Blogvriendin schrijft over een smakkert die ze maakt op het perron in de haast een op het punt van vertrekkende trein te halen. Een ongeluk zit in een klein hoekje. Het doet me denken aan de keer dat ik bijna van boven naar beneden was gekukeld op een trap van het museum Zsolnay in Pécs. Lief kon me nog net grijpen, anders was ik aan een vrije val begonnen.

Lang geleden, zeker 15 jaar misschien, zou ik in de eindkring van de groep, terwijl een aantal ouders ons wekelijkse slotfestijn meemaakten, gauw nog een muziekje opzetten. Ik bleef in de pijp van mijn wijde witte zomerbroek haken en klapte voorover de kring weer in. Daar lag ik. Bont en blauw en met een bult op mijn voorhoofd dat al gauw de contouren aannam van een groot ei. Quasimodo. Liefst had ik de grond open willen roetsen om te verdwijnen in het gat. Zo’n ervaring zou je verre van de kinderen willen houden. Maar het leed was al geschied. Dapper verbeet ik de pijn, bracht de kring tot een einde, deed mijn werk en ging naar huis. In de loop der nacht verstijfden en bevroren een aantal spieren en in de ochtend kon ik niet meer op of neer. Een klein hoekje, inderdaad.

Goed beschouwd zijn er niet veel van dit soort sterke verhalen te vertellen. Of het moest de eerste kennismaking met een Spartamatic zijn. Ik mocht een rondje rijden van vriendin, vergat te vragen waar de rem zat, en lag vervolgens een kwartier later in de greppel naast de Zuilense laan te spartelen met de brommer bovenop me.

Wat een kommer en kwel, maar op een mensenleven viel alles reuze mee. Veel ellende heb ik fysiek niet eens zo meegemaakt. Kort samengevat nog een keer een rondtollende kever op gladde beijzelde weg, een duikel over de kop met de renault 6 in den Haag door een botsing tussen mij en een meneer in een dikke Triumh, een muskietenaanval naast een riviertje aan de rand van Kopenhagen, enkele nervous breakdowns tijdens de overgang, wat hyperventilatie, achteraf gediagnosticeerd als COPD en verder nauwelijks fysiek leed.

Tel uw zegeningen. Als je bedenkt dat mijn ouders beiden de oorlog hebben doorstaan en de armoe in de jaren vijftig. Wij dat laatste ook natuurlijk, maar in het nostalgische terugdenken zien we enkel nog de fijne herinneringen, die alles wat moeilijk was overschaduwen. Deze generatie heeft vooral gemazzeld.

Utrechts Archief: De Amandelstraat

Er waren minder media dan nu. Terloops kwamen boodschappen binnen via de buizenradio, later de kleine zwart/witte televisie met één net, uitgebreid naar drie op een gegeven moment, Er was geen reclame. Alles kabbelde kalm de huiskamer in. We speelden op straat en we keken soms televisie. Nieuws op de radio werd summier afgespeeld. Kleine potjes hebben grote oren. Het behoeden voor de boze buitenwereld was de algehele tendens. Pais en vrêe stond hoog in het vaandel. Bovendien waren er genoeg kleine problemen. Er moest brood op de plank, er moesten elf monden gevoed, het kleine leven bedde zich in de basale behoeften van het moment. Iedere week weer de was, altijd stoffen en strijken en koken, opruimen en naar de kerk gaan. Clubjes, bezoek ontvangen, verjaardagen vieren in bescheiden mate en voor ons kinderen veel buiten spelen..

Daar was onze eigen wereld, naast die van de boeken die ik las, avonturen in je luie stoel of nog liever, in je bed met een zaklampje. En de verhalen in je hoofd, niet te stuiten maar altijd goed voor wat klein drama met zus tussen de stapelbedden in, evenals de films die mijn vader in het clubhuis draaide. Goed beschouwd: Een leven als een luis op een zeer hoofd.

2 gedachten over “Een leven als een luis op een zeer hoofd

    1. Precies
      Vallen en opstaan dat is vrij normaal, maar voor vierjarigen is het wel heftig als hun boegbeeld plotseling omvalt. Ik schaamde me niet hoor, maar het zag er nogal heftig uit
      🍀😊

      Geliked door 1 persoon

Reacties zijn gesloten.