Een dag waarop de tijd voorbij vloog. Ledigheid is des duivels oorkussen, hoor ik mijn moeder ergens in het achterhoofd, als ik me bedenk niets gedaan te hebben. Nou ja, bed opgemaakt, koffie gehaald en blog geschreven, kind met kind ontvangen, thee gezet, mandarijntjes gepeld, soepje gemaakt, televisie aangezet, Pluis naar buiten gelaten, tekening gemaakt van mijn Florentijnse reuzen-ei en haar inhoud, Sproet, de gespikkelde leguaan.

Dat laatste is een plan wat in de hogere regionen van mijn brein opgeborgen zit en, nog in een zeer foetaal stadium, poten en staart heeft gekregen. Ja mam …het voelt als ledigheid. Morgen ga ik etsen in Etten-Leur en denk dat ik voor leguaan ga of voor opa Sterretje, maar daar kan ik me nog niet helemaal een voorstelling van maken. Wel komen ze beiden uit hetzelfde verhaal. Opa Driehuis is een mooie evenknie, met zijn grote bult op zijn voorhoofd, waar de hoed of diep overheen geschoven werd of erachter, gevaarlijk balanceerde in wankel evenwicht. Wel grappig zo’n verhalende hoed, bij vastberadenheid erover, bij twijfel erachter. Dan moet Tijn nog gestalte krijgen en Tijn is een mengelmoes van eigenschappen die ik hem toedicht. Is denken ook ledig, ligt die duivel nog steeds op het oorkussen. Bij nader onderzoek blijkt het luie mens als oorkussen gebruikt te worden door diezelfde duivel. Er komt alleen maar narigheid van want daar kan hij zijn kwade genius mee voeden.
Wait van NEOC
De hoogste tijd om weer gewoon aan het werk te gaan. Waarschijnlijk verdwijnen dan de vermeende kwalen als sneeuw voor de zon. Ik beloof aan ieder die het horen wil, wel goed te luisteren naar het vege lijf, maar ze wordt alleen maar zieker van een focus gericht op de kwaal. Leve de afleiding. Daarom dwalen die verhalen in mijn hoofd. Als er zo weinig te improviseren en te associëren valt, gaan die grijze hersencellen op zoek naar een andere manier om de geest te verheffen.
School is een trefcentrum van gedachtegeleiders. Moeiteloos nemen ogen waar dat kinderen met gemak verdwijnen in hun eigen wereld vol verhalen, die niet kunnen tippen aan onze realiteit. Ze scheppen het decor voor de voorstelling en brengen met verve hun act voor het voetlicht, zonder schroom. Sans gêne etaleren ze hun fantasie in volle glorie.’En toen…en toen….en toen’, waarna ze soms verdwalen en verstrikt raken in de vele wegen die allemaal naar het zelfde ‘Rome’ leiden, de zetel van hun voorstellingsvermogen.

Straks ga ik nog een stukje in Lampje lezen van Annet Schaap om daarna alle fantasie te stroomlijnen in mijn dromen. Lampje is een aandoenlijk verhaal. Zo een als de Gorgels van Jochem Meyer. Om je vingers bij af te likken en achter elkaar uit te lezen. Dat is wat ik straks, later, bij meer ledig tijdperk, beoog met Tijn en zijn Florentijnse reuzen-ei. Een verhaal om in te verdwijnen en pas na uren, weer uit te voorschijn te komen. Gelouterd en een tikje verdwaasd, omdat fantasie en realiteit nog even niet willen samenvallen en zwijgend naast elkaar oplopen. Tot warmte voelbaar wordt en temperatuur versmelt. Daar krijgt nieuwe fantasie een gezicht en worden zeeën van verhalen toegedicht, waarop we verder kunnen zeilen , een nieuwe horizon tegemoet.
Práchtig …!
Hartelijke groet,
Hans Oud.
LikeLike