Uncategorized

Het is feest

Een van dit soort nachten, die zich niet leent voor langdurige slaap, maar vraagt om gedachten te stroomlijnen, omdat ze onophoudelijk blijven spinnen. Terwijl Pluis met mijn voeten speelt, aanvalt, loslaat en weer zich vastbijt in het dikke dekendek. Malle poes.

IMG_8008

Ik ga er aan wennen aan dat luxe leven van maar twee dagen werk al zijn ze waarschijnlijk de directe aanleiding voor de ronddollende gedachte. Griezels zitten in mijn hoofd als thema van de komende kinderboekenweek en daar wil ik wat mee. Er zijn mensen die alleen al bij het denken aan spinnen of muizen de rillingen over het lijf lopen. Laatst liep er een in de keuken van school. Angstig en snel dook hij langs de rand van de aanrecht veilig een holletje in. Twee van de teamgenoten schoten gillend op een stoel. Welke vorm van angst krijgen kinderen mee als wij ons al niet meer in bedwang kunnen houden bij het zien van zo’n kleine muis of spin. Juist door de kinderen heb ik geleerd om alles wat kruipt en sluipt op te durven pakken, uitgebreid samen met de kinderen te bekijken om daarna weer behoedzaam buiten te zetten.

120px-Carausius_morosus-legsFoto wiki. Wandelende tak. CC BY-SA 3.0

Lange tijd had ik wandelende takken in de groep en nog steeds kan ik vertederd raken als ik die lange bonenstaken zie dansen op de bleke huid van mijn armen. Als kinderen dat zien, krijgen ze een andere beleving mee en overwinnen ze hun vrees, omdat dansen het griezelen overruled. Feilloos weten ze waar ze wel bang voor zijn. De grote schaduwen op de muur als er een nachtlamp brandt of bij het schijnsel van een zwak lantarenlicht buiten en de geluiden in het stille huis, het kraken van hout, het aanslaan van een koelkast, de stilte van de nacht en de duisternis die invalt.

We stoeien met de handen op de muur in het licht van de lamp en frotten een vogel of een hond, een zwaan, of een hertje, kleine kantjil. We gaan naar buiten in het zonlicht en maken met ons lijf de meest vreselijke monsters, met bulten en grote muilen, terwijl we grommen en grauwen. Dan spelen we een schimmenspel achter het grote laken op een simpele opa Bakkebaard, die van alles in zijn huisje doet, vegen, stoffen en ramen lappen.

Griezelen bij de sprookjes van Grimm en Andersen. Natuurlijk moet die wolf er aan geloven, want die was heel erg gemeen. Eigen schuld, dikke bult, had hij de grootmoeder en roodkapje maar niet op moeten peuzelen. Of er is gespannen gegniffel bij de wolf die tegen stro blaast, tegen leem en tegen steen, waarachter drie kleine varkentjes zitten te beven als een riet.

Ik moet denken aan de prachtige vertelling van Joris Lehr over Othello, waarbij maar liefst vier mensen sterven aan het eind van het verhaal. Er gaat na afloop een zucht van verlichting door de zaal, omdat het zo spannend was en we, letterlijk aan zijn lippen gekluisterd, het drama volgen. Dan, in de wandelgangen verkneukelen de kinderen zich om de doden, raken de tel kwijt, maar ‘vet’ was het. Dat dus.

Een stukje griezelen eigen maken, omdat het wezenlijk tot de bagage behoort en om later alles een plek te kunnen geven wat onbegrijpelijk had kunnen blijven, maar dan te doorgronden valt. Haal het spinrag maar van zolder, laat de muizen op de tafel dansen en de vleermuizen door de lucht flitsen. Zweef met de spoken in de kelder en sliert met de monsters op de muren. Het is feest.

3 gedachten over “Het is feest

Reacties zijn gesloten.