Ik heb heerlijk geslapen en heerlijk gedroomd. Richard, al tijden niet gezien, ging met me mee om een stukje te fietsen en iets ongewis te doen in de stad, het dorp, de straat. We kwamen Janine en Wies tegen. Wies was geslaagd en had taart bij zich, dus Richard zou een stuk krijgen en ze schepte het op de grond, waarna een passant, die boos was dat zijn weg werd versperd, er tergend langzaam overheen stapte, alsof hij er op zou trappen. Flauwerd riepen we in koor.
Grappig dat je in de droom zo dicht bij je zelf blijft. Ik denk niet dat er nog iemand ter wereld is die flauwerd zou kiezen om iemand terecht te wijzen, maar dat terzijde. We kwamen bij een winkel in een soort grot. Het luik zat dicht en er was niemand, maar toen we binnen waren en keken naar de leuke snuisterijen, stempels om brooddeegdingen mee te maken, mooie kettingen en oorbellen, werd de voorkant open geschoven en stond er een hippy wise-verkoopster met rammelende armbanden en een heerlijke outfit aan. Ik vroeg of ze letterstempels had. Ik moest zo gaan flitsen met de kinderen en woorden lezen.
Ergens in mijn achterhoofd bleef het idee pratten, dat ik te laat zou komen om dat kwartier met de middenbouw in te vullen. Kostbare onderwijstijd. Belangrijk genoeg om er wat mee te doen. Stempels dus, de droom dacht met me mee. Ik werd met een glimlach wakker.
Houten handletters.
Zo gaat dat. Je maakt iets mee, die hersencellen gaan ermee aan de slag en rekken zich en veren op. De dag ervoor had ik geflitst met de kinderen van groep drie. Ze kenden het niet, want toen ik ze vroeg of ze mij wilden helpen, omdat ik nooit geflitst had en niet wist hoe men dat op die school deed, konden ze het me niet uitleggen, Ze waren of van hun apropos door mijn verschijning of ondersteboven van het feit dat ze zelf mee mochten denken.
Gerst, tweerijige aar.
Ik koos voor het laatste en flitste braaf letter voor letter, zoals een van de meisjes het ten slotte wist uit te leggen. Daarna gingen we woordjes lezen, saaie woordjes. Nee, saaie betekenisloze woorden als ze op papier staan in een rijtje en je ze moet opdreunen. Aap, Aal, Aar….’Wat is een aar eigenlijk’, vroeg een van de jongens. Alles moest in een kwartier gebeuren dus met het voorstelrondje erbij was het in een mum van tijd voorbij. ‘Leren is leuk’ staat er op mijn rolkoffer. ‘Dit kan leuker’ flitste het na het flitsen door mijn hoofd. Interactief flitsen, op een rijtje staan en steeds achteraan sluiten, woorden verzinnen met de veranderende laatste letter of met de flitsende letter. Nu ik het typ denk ik, vandaag ga ik flitsende woorden maken. Niet alleen flitsen met die letters maar flitsende woorden verzinnen met die letters, wel op tempo, maar leuker.
Initiaal, Pierre le Rouge: La mer des hystoires, houtsnede, 1408
Daarna(schrijfoefening) mooie krullende pentekeningetjes van letters maken. Ze hebben er toch de meest dure stabilo’s die je maar kan verzinnen en dan op een bescheiden papiertje. Het allereerst wat gebeuren moet, is ze los te weken van het ondergaan van onderwijs. Betekenisvol leren kan op elke millimeter en ik begin er vandaag mee, een heel kwartier. Flitswoorden verzinnen en Aa-woorden uitbeelden, raad-waar-ie-staat, schuif-maar-achter-aan. Als ik aan mijn grote mouw trek, rollen er tientalle vormen uit.
Leren moet een verlengstuk worden van je staat van zijn. Dat klinkt verhevener dan het is. Het hoort deel uit te maken van datgene wat in de groei besloten ligt. Het zelf ondernemen, het zelf ontwikkelen van vaardigheden, het je eigen maken op alle fronten. Dan pas is wijs worden leuk. Niet Onderwijs maar Samenwijs in alle voegen, in elk aanbod, zodat denken een creatief proces blijft, in plaats van het ondergaan van suffe woorden.
Een gedachte over “Samenwijs!”
Reacties zijn gesloten.