Uncategorized

Domweg gelukkig aan de Gageldijk

De slaap mijmert nog een beetje na in mijn ogen. Door het raam zie ik de lucht verkleuren van een zachtrode gloed naar oranje/goudgeel en ik weet dat er weer zo’n prachtige dag als gisteren aankomt. Ik was op de tuin. Als je een volkstuin bezit, dan ben je op in plaats van in de tuin. Maanden lang, tijdens de vroege lente, had ik haar laten versloffen en eigenlijk net gedaan alsof ze er niet was. Maar in de meimaand ben ik begonnen met een rigoureuze opruiming. De eerlijkheid gebied me te zeggen dat er bij mij weinig doorsnee ‘volkstuin’ te vinden is. Hooguit wat kruiden. Het is eerder een nuffig stadstuintje.

105

De andere tuinders om me heen zijn bezig met het aanleggen van houten bakken, waarin de groente welig tiert. Vooraan op de tuin zijn de echte ouderwetse tuinders, veelal mensen met een andere culturele achtergrond dan ik. Zij kennen als geen ander de klappen van de zweep. Al vroeg in het voorjaar liggen hun tuinen hoopvol omgespit, bemest en ingezaaid erbij. Ze werken hard. Er zijn er die de tuin strak en gestroomlijnd opgezet hebben. Anderen oogsten precies hetzelfde, maar met een gemoedelijke rommelpotterij. Alsof je door een Turks boerendorp loopt. Ze roepen naar elkaar over de sloot heen, de klanken verwaaien met de wind mee. Als ik langs kom steken ze joviaal een hand op.

Daar op het tweede deel van de tuin hebben vrouwen de overhand. Iedere week weer staat er ineens een nieuw huis, zijn er houten bakken, ligt er een nieuw gazon of een pad van houtsnippers. Het spelletje Farmville van ooit, maar dan in het echt, zonder het jengelend muziekje. Daar kon je met een druk op de toetsen een complete moestuin met boerderij aanleggen. Net zo strak als de goed geoliede tuinders vooraan. Daarnaast viel het stuk grond te verrijken met mooie hekken, fruitbomen, huizen en dieren. Er moest wel geoogst worden, anders verdorde de groente. Het was behoorlijk dwingend en daardoor verslavend, want niets was leuker dan het steeds mooier, groter en beter te maken. Slimme lui die spelletjesmakers.

Tuin is handen uit de mouwen met sportschoolfanatisme. In ruil daarvoor geeft ze me iedere lente weer een bloemenzee en even zoveel onkruid om te trekken. De schrepel is onmisbaar. Het blijft een bultig weiland, maar door stukje bij beetje te ontginnen, is het gelukt het om te vormen naar een oase van rust, met zes bedden, een hoekje met fruitbomen en een piepkleine vijver, waar twee eenden hun dompelbad nemen. Een koddig gezicht, die twee dikkerds gemoedelijk in dat kleine postzegeltje.

Als je heel stil aan de zijkant bij de haag blijft zitten, zie je pas wat er werkelijk leeft. Niets vermoedend komt haas aan lopen, of zit groenvink op een tak in de hoogste boom te kwinkeleren. Gisteren vloog Vlaamse gaai de fruitbomen in. Hij kraste het paradijselijke genoegen van vier fruitbomen vol jonge vrucht naar ieder die het horen wilde.

Als je voorbij gaat aan wat je ziet en de verbeelding laat spreken, valt er veel te beleven in mijn lapje paradijs, groot genoeg om van te genieten en tegelijkertijd bewerkbaar klein. Domweg gelukkig aan de Gageldijk om met Bloem te spreken, die hier zijn naam eer aan doet. Iedere tuindag weer.

Een gedachte over “Domweg gelukkig aan de Gageldijk

Reacties zijn gesloten.