In 2003 stapte Teun bij mij de groep in. Lieve Teun, die ik al kende van een stage in de bovenbouw en met wiens komst ik oneindig blij was. We konden samen meters maken in het sparren over Jenaplanonderwijs in het algemeen en het individuele kind in het bijzonder. Teun vond het uniek, dat het de gewoonste zaak van de wereld was om kinderen een knuffel te geven of te troosten. Het was de tijd van het grote taboe. Hoe kan je van kinderen houden als genegenheid stokt op de getrokken grenzen van de angst.
Teun was op de fiets vanuit Maarsen gekomen en zijn grote lijf parelde kleine zweetdruppels van de inspanning, maar trots en met een brede glimlach haalde hij omzichtig zijn zakdoek te voorschijn en vouwde het open. Daar lag een klein, teer, ongeschonden molletje, die hij onderweg hopeloos dood was tegengekomen. De voorgenomen lessen werden spontaan over boord gekieperd en mol kwam in de kring te liggen, zodat Teun eerst kon vertellen hoe hij eraan gekomen was.
![]()
Nieuwsgierige vragen en het kon niet anders of er moest een les over mol aan vastgeplakt worden. dat betekende, boeken zoeken over het mollenbestaan, informatie van internet afhalen, maar bovenal de observatie. Loep erbij, handschoenen om dode mol te kunnen draaien, en ogen op steeltjes. De verwerking in prachtige tekeningen kwam later. Teun overwoog nog even of het niet interessant zou zijn als we de binnenkant konden bestuderen. Maar snijden en dieren was voor onderbouwers in de leeftijdsgroep 4-6 jaar niet de meest gewenste combinatie, die wilden de zachtheid ervaren, nagels tellen, bekjes opensperren, tanden bestuderen en het darmenstelsel kon er plastisch bijverteld worden. Het werd een boeiende ochtend.
Natuurlijk moest er aan het eind een echte dodenmars gehouden worden. Mol kreeg een prachtig versierde schoenendoos en een heel zacht lapje om op uit te rusten. Daarna brachten we in een lange rij, mol met een kind voorop, terwijl de dodenmars werd geneuried…tam tam tamtam, tam tatamtamtetam en de trommel geslagen, met de aanschuifpas plechtstatig mol naar zijn laatste rustplaats achter het elektriciteitshuisje op het schoolplein. In een halve cirkel namen we afscheid van mol terwijl Teun hielp de eigenhandig gegraven kuil weer dicht te gooien.
Teun is in de mollenhemel, of mol is in de hemel van Teun. Gisteren kwam als een donderslag bij heldere hemel het bericht op mijn tijdlijn, dat hij afgelopen zaterdag was overleden aan een hartaanval tijdens het sporten. Het half jaar dat we samen intensief hebben mogen oplopen, blijft de hele tijd voorbij komen, Vanochtend vroeg bij het ontwaken ging ik mijn bed uit en pakte het grote dagboek van Kuifje. Waarom ik die moest hebben, bleek al gauw. Het eerste wat er uitrolde was een grote geprinte email van Teun aan mij was. Hij boodschapte me het hele verhaal van de Jenaplan door in zijn dagboekenversie. Zonder hulp had ik het nooit zo snel gevonden.
Daar stonden de zielenroerselen in van een man, die zijn sporen binnen het onderwijs heeft verdiend. Een stagiair die met de grootst mogelijke bezieling voor het onderwijs koos, voor het Jenaplanonderwijs in het bijzonder. Teun schreef de belanghebbende woorden, dat Iederwijs hem het meest na aan het hart lag, maar dat hij er nooit voor zou kiezen omdat de scholen te duur zijn en zich op die manier buiten de maatschappij plaatsen. Dat vormde een absoluut breekpunt voor hem. Goed onderwijs is het recht van ieder mens.
Teun is de Teun van Jibbe in mijn beleving. De grote man en het kleine jongetje, die elkaar filosofisch vonden. Jibbe die nadacht over de oerknal en het bestaan op aarde, die wist dat schelpen zo zijn ontstaan en niet gevonden in Hoek van Holland, zoals Teun wist, maar dat razendsnel verzweeg. Na die constatering volgde er een les over de grote herkomst van het bestaan en meerdere bespiegelingen konden met het grootste gemak meegenomen worden in het leven van alledag.
‘Alleen dode vissen zwemmen met de stroom mee’, schreef je. Maar dan toch geestelijk dode vissen, Teun. Voor mij zal je altijd de diepe wijsgerige lading hebben, die er voor zorgt dat jouw nagedachtenis voor eeuwig stroomopwaarts gaat.