Uncategorized

Een kleinood.

Ik vond een film op facebook van de Marokkaanse schilder Dani Zouhir. De ondertiteling is:’Wie loopt daar’. In de streek rond Auvers-sur-Oise, waar van Gogh de laatste jaren van zijn  leven doorbracht en samen met zijn broer Theo ook begraven ligt, loopt deze Dani door de velden heen om, helemaal aan het eind, de schilder te midden van de goudgele korenvelden aan de horizon te zien verdwijnen terwijl de kraaien krassend opvliegen. Het is een prachtige animatie, maar ik kan het niet delen. Wel zie ik op You tube meer animaties van deze veelzijdige kunstenaar. Dezelfde tocht heb ik nauwkeurig beschreven in een dagboek van 2008. Dat dagboek had ik gekocht in het museum van de Auberge, waar van Gogh zijn beroemde zolderkamer te bewonderen viel, duidelijk herkenbaar, dankzij het doek dat hij aan ons achterliet.

In dat kleine benepen mausoleum van zijn leven ademden op dat moment teveel bezoekers zuurstofarme, muffige lucht in. Ik wilde er alleen doorheen dwalen, mijmerend met de vingers de spijlen van het krakkemikkige bed volgen en de geest proeven door me te wanen in die tijd. We verlieten de herberg en gingen het open veld in. Dat was exact zoals deze Dani Zouhir het tot leven had gewekt. Het hele beeld van de akkers met de kraaien erboven viel er te bewonderen en de locaties waar de schilder honderd jaar daarvoor de waarneming had proberen te vangen, waren volledig te herleiden.

De toeristen uit de Auberge hielden het voor gezien en daarom konden dochter, zoonlief en ik door de geschiedenis heen trekken zonder pottenkijkers, stilstaan bij de twee sobere stenen op de scheefgetrokken begraafplaats met het verbleekte opschrift, half onder de klimop verscholen. Het enige wat daaraan ontbrak, was het opvliegen van de kraaien en hun schorre gekrijs dat de stilte doorscheuren zou. De lome drukkende warmte gaf de zindering weer, waar zijn landschappen in zijn gedrenkt. Bij het zien van zijn schilderijen voel ik die warmte tot in mijn ziel.

Lang geleden zei iemand me er niets aan te vinden. Het oordeel van iemand die je in hoog aanzien hebt, is altijd een verbuigende toevoeging aan je eigen beeld. Ineens ga je er anders naar kijken. Het stempel dat ze me meegaf was groot. Altijd als ik naar een van Gogh kijkt, komt haar beeltenis erbij. Ik zou wel weer eens onbevangen en vrij willen zijn.

Het heeft me aan het denken gezet en de impact duidelijker doen omlijnen. Waardeoordelen zijn te persoonlijk en zijn het eigenlijk niet waard om ze op de waarneming van een ander te plakken. Nu we bij Knock-art onder leiding van Mieke Siemons het proces proberen te doorgronden, krijgt de beleving een andere dimensie.

031

Het omzetten van de emotie, het volgen van de drijfveren om iets te willen uiten, de eigenzinnige benadering van iedere kunstenaar in het bijzonder trachten te doorgronden, is een boeiend avontuur. Van de impressionisten tot de Abstracten van Monet tot aan Howard Hodgkin, elk proces roept verwondering, verbijstering of vervoering op. Misschien wel omdat het moeizame trage, of de koortsachtige snelheid waarmee de kwast wordt aangevoerd de ziel van de kunstenaar met zich meetrekt, van het uitgemeten glaceren tot aan die dikke glinsterende klodders olieverf.

Ik oordeel niet meer, ik beschouw en stel de honderd vragen die diep in mij van binnen woeden gerust, door de antwoorden te vinden, die in het doek besloten liggen.  ‘Oordeel niet, maar verwonder je slechts’, zei de lieve wijze Noni Lichtveld me ooit en raakte daarmee de kern. Een kleinood, dat je ieder mens zou willen meegeven.