Vanuit de schemernacht doemen achter mijn dikke brillenglazen de woorden van Albert Camus op:’Tout accomplissement est une certitude. Il oblige à un accomplissement plus haut’. Vrij vertaald zegt hij : Alle vervulling is een zekerheid. Het vereist een hogere prestatie.
Gisteren hebben we met een grote groep vrienden de tuin aangepakt van een goede oude vriend. en passant werden alle wilgen van mijn grenzen ook gesnoeid. Het was een dag van noeste arbeid en toen het klaar was, kon men niet anders dan voldaan erop terugkijken. Wat gedaan was, bracht rust en verlichting. Al het verweesde, het achterstallige onderhoud, was verdwenen. Ruimte te over voor het groen om weer uit te botten. Er waren bergen verzet en er werd geconstateerd dat het elk jaar voor herhaling vatbaar was. Geen hoger plan maar nuchter en noodzakelijk onderhoud.
Franz von Stuck: Sisyphus.
Camus werd gezien als de grondlegger van het absurdisme. Zijn absurdistische helden kiezen niet voor de eindigheid van het leven, de enige ware filosofie in zijn ogen, ook niet voor een kunstmatige vervulling ervan middels de godsdienst die ze creëerden, maar ze bezagen het leven zonder betekenis en hielden zichzelf desondanks in leven. Zijn helden waren de veroveraar, de toneelspeler en de Don Juan omdat ze alle drie bestaansreden wisten te geven aan dat eigen leven. Symbool voor die invulling van het absurdisme van Camus staat de Grieks mythologische figuur Sisyphus. Hij moest van Zeus een zwaar rotsblok tegen een steile berg op duwen, dat echter telkens van de top weer in de diepte rolde, waardoor hij gedoemd was eeuwig dat rotsblok opnieuw en opnieuw de steile berg op te duwen. Daarbij putte hij zijn kracht uit het feit iedere keer weer de steen te overwinnen. Waar de mens haar eigen betekenisgever wordt vanuit een positivisme binnen het zware zwarte grauw.
In de kunst is het absurdisme vertegenwoordigd door het Nouveau Théâtre. Ooit zag ik een toneelstuk voor kinderen waarbij de acteurs starre maskers droegen en alle handelingen staccato werden neergezet. De directe manier, deuren die open en dicht gingen, verliefdheid zonder de emotie op het gezicht, het toonloze gedempte praten zonder mimiek bracht humor met zich mee, waar je kennelijk wel ontvankelijk voor moest zijn, want bijna het hele publiek bleef stil terwijl ik het zó grappig vond, die tegenstellingen, een vondst op zich.
In de tijd der lusten, een spektakelstuk van Ellen Löwik naar de tuin der lusten van Jheronimus Bosch, speelde ik de verleiding in een groteske sfeer met een gigantisch masker op, een vrouwenhoofd. De enorme afmetingen en het gewone lijf zorgde voor een potsierlijk contrast, dat haar luidruchtige zinloze verleiden totaal onnuttig maakte. Er liepen vijf vleesgeworden verleidingen rond, de dronkaard, de faun, de elf, de boom en de vrouw. Met mijn hele ziel en zaligheid vond ik de zinvolle kern van het stuk. Zo moet theater mogen zijn, zoals Kamagurka in mijn optiek het nut van het onnutte verbeeldde, door het groteske te verbeelden in zijn theatervoorstelling ‘Sprook.’
De kracht zit in het overdrijven, het onwaar maken van de waarheid, die vaak zo stellig wordt beweerd. Normen en waarden die vaak als basis worden genomen en die dankzij deze brede kijk op het leven op hun stelligheid inboeten. ‘Niets is wat het lijkt’ staat op een huis in Utrecht. Het is een dichtregel van de Utrechtse dichter Crone. Dat zegt meer dan genoeg.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.