Overpeinzingen

Baas boven baas

Ach ach. Achterstallig onderhoud wegwerken valt niet mee. Bovendien zijn het de volle maansdagen, waar ik vooral van wakker lig. Wat wel een prettige bijkomstigheid is, is dat ik dan het licht aan kan knippen en even een stukje lees, of gedachtenloos een puzzeltje oplos tot de ogen dicht vallen.

Minder uitgeslapen op pad, maar wel in alle vroegte. In de middag had ik een afspraak staan om met zuslief en zwager een hapje te gaan eten. Het begon er al mee, dat ik de sleutel van het atelier en de schuur in de auto had laten liggen en die stond op het kleine parkeerterrein. Dat betekende een kilometer heen en terug en weer heen, tel uit je winst. Halverwege kwam ik de buuf tegen, die met haar goede hart het project begeleidde van een groep vrouwen uit Overvecht die een tuin mochten runnen waar ze konden verbouwen. Ze hadden een nieuwe tuin aangewezen gekregen, nu met een huisje erop, om beschut te zijn tegen regen en felle zon. Gezellig gekletst en uitgelegd hoe een en ander in elkaar stak met hier zijn en in Hongarije.

De brandnetels op de eigen tuin hadden hun vrijheid uitgebaat en stonden nu taillehoog door te schieten. Voordat ik kon gaan maaien moesten de meesten verwijderd zijn. Handschoenen aan, verstand op nul en gaan. Wel goed de floxen van leverkruid en brandnetel onderscheiden anders zou er straks helemaal niets meer bloeien. De fruitbomen waren door het natte weer allemaal aangedaan evenals de roosjes, die nog wel dappere doorbloei-pogingen deden. Met een stoel onder handbereik, waar ik even op adem kon komen, lukte het om drie bedden van brandnetels te klaren. Ziezo, de maaier in kleine stukken erover en het zag er in ieder geval wat begaanbaarder uit. Wat een werk. Mijn armen stonden in brand van die rakkers en de huid omarmde de verkoeling van mijn zijden jasje. Het was warm en vandaag belooft het nog heter te worden. Dus óf er volgt een rustdag óf ik zet er nog een dag flink de kuierlatten in.

Om half drie vond ik het welletjes. Tijd om een boodschap te doen, bloemen te kopen en me op te frissen voor het bezoek aan zuslief. Een warm welkom en een glas water op het prachtige balkon met een veelheid aan zomerse bloeiers. We reden samen even naar het bos in Soesterberg en kletsten honderduit want er viel aan drie maanden bij te praten. Met alle plannen in het verschiet, de ouderdomskwaaltjes die her en der opduiken want we schelen een jaar, met de grote familie, er is altijd een overvloed aan verhalen. We haalden zwager op en reden naar het oude dorp. Bij opoes bistro hadden we gereserveerd. Eten in jaren zeventig-stijl op een heerlijk terras aan de brink met een prettige bediening, een vriendelijke jongen die nog niet geheel en al gladjes het lekkers bracht en afruimde.

Het gesprek kon de diepte in en dat is veel waard. Het ging over gemis en verwerking, aard en karakter, over delen van gevoel en dat dat een zelfde waardevolle mededeelzaamheid oplevert, over dat te privé vinden of niet en meer van die belangrijke items. Het is fijn om zo met hen te kunnen sparren en gehoord te worden.

Thuis kreeg ik Lief niet meer via de app te pakken. Onwillekeurig maak ik me dan toch een tikje ongerust. Hij bleek te zijn ingedommeld en dat herken ik wel bij het alleen de avond in moeten vullen. Ook hij had een brandneteldag gehad, want in het bos achter de Datsja tiert alles ook welig, alleen daar bij een hitte van 36 graden. Er is altijd baas boven baas.

Plaats een reactie