Overpeinzingen

Ze volgen een eigen pad

In een oude Groene lees ik in een overpeinzing van Rebekka de Wit een mooie zin waar ik op door kon mijmeren. Ze haalt de bomen aan die ze hier tegenkomt. Gedomesticeerde exemplaren, keurig en net, bijgesnoeid tot in het oneindige, de maakbare vorm van de boom en daarnaast beschrijft ze wilde bomen, ‘die in Nederland wel bestaan. In de bermen vaak of hangend over sloten. Je herkent ze niet als bomen, eerder als een veelheid van takken, ongericht.’ En dan volgt de zin: ‘Alsof het licht heel hun leven steeds van alle kanten is gekomen en ze zich niet hebben ingehouden.’

Die zin hield me bezig. Je laten gaan, je mee laten voeren op de stroom, pure vrijheid dus. Niet gehinderd door normen en regels. Er zijn mensen die dat willen én er zijn mensen die dat kunnen. De zogenaamde paradijsvogels, die wars zijn van wat mens en maatschappij van ze verwacht. Die hun eigen weg volgen, daar waar hun voorkeuren toe leiden. Het is knap als je dat kan. Boven de massa staan.

Ik vergelijk de bomen in de Hoff met elkaar. Daar wordt ook gesnoeid door Lief, maar die snoeit enkel als het strikt noodzakelijk is of als hij merkt dat bomen naar elkaar groeien en elkaar dan dreigen te overgroeien. Op de een of andere manier lijkt het een natuurlijk proces te zijn, maar echt wel met invloed van hogerhand. Niet de Datsja wordt afgebroken, maar de tak wordt gesnoeid die over het dak dreigt te gaan hangen. Weliswaar altijd met moed, beleid en trouw en met een grote passie voor al wat leeft, maar het gebeurt.

Rebekka maakt de vergelijking tussen een kind wat huilt en waarmee je op de arm rondloopt, die stopt met huilen als je voor het raam gaat staan en naar buiten kijkt. Het kind wordt op slag stil. Door het raam is er een ‘zoekboek’ zoals Charlotte Dematons ze maakt. Het klopt wel. Ik heb vaak met een huilend of pruilend kind door een venster staan kijken op een zelfde manier als waarmee je zoekboekenplaten bekijkt: Ongericht en geconcentreerd.

Ze haalt via Michael Puett de Chinese filosofen aan, die niet geloofden dat er een kern is van binnen die we moeten gaan zoeken. We zijn een ‘big bunch of messy stuff’ en komen met anderen met net zo’n inhoud in aanraking wat er voor zorgt dat emoties sporen gaan trekken in die brei, wat dan boosheid wordt of jaloersheid. Westerlingen verheffen die sporen tot karakter, maar Rebekka zoekt naar die sporen omdat ze wil weten wie men werkelijk is en om een antwoord te kunnen geven als zij niet meer weten wie ze zijn.

Rebekka is theatermaker en schrijver. Ik moest het even opzoeken, want ik dacht, waarom wil je dat antwoord kunnen geven. Nu snap ik dat. Als je betekenisvol voor anderen wil zijn, moet datgene wat je maakt wel degelijk betekenis hebben.

Zouden Chinese filosofen dan ook gedacht hebben dat de Chinezen zelf geen ‘big bunch of messy stuff’ zijn? Is iets dergelijks te doorgronden voor een buitenstaander of ga je af op de uiterlijkheden die je waarneemt. Voer voor een goed gesprek met mijn Lief die mijlen ver weg is en die alles bedachtzaam benadert. Ik stop het in mijn koker van te bespreken onderwerpen.

Voorlopig wappert de vlag van de vrijheid hier bij het zesde huis op rij in de straat. Dochter of zoon is geslaagd, want er bungelt een rugzak aan het uiterste puntje. Zij hebben de banden van het keurslijf ‘school’ doorgesneden en kunnen nu vrij ademhalen. Voor zo lang het duurt. Want er volgt altijd weer een andere beknotting op of je moet tot de Paradijsvogels behoren, los van alles en iedereen omdat ‘het licht steeds van alle kanten is gekomen en ze zich niet hebben ingehouden’. Ze volgen een eigen pad.

6 gedachten over “Ze volgen een eigen pad

Plaats een reactie