Uncategorized

Wie deelt, heelt

De ingestudeerde liederen gisterenmorgen gingen me redelijk goed af. We waren met zeven zangers. Er was maar een sopraan, de alten, tenoren en bassen konden zich aan elkaar optrekken. De dirigente jaste er met niet aflatende energie een aantal pittige recitals door. Dat leverde een nieuwe ervaring op. Mijn stem was bij het spreken erg ‘gebroken’, bij het zingen verdween dat euvel als sneeuw voor de zon. Dat is tegenwoordig te doen gebruikelijk. Maar na een uur zang kroop er een branderig gevoel aan de onderkant van de longen omhoog. Het noopte me te gaan zitten. Dat was voor het eerst en een niet bekend fenomeen. Onaangenaam. Even onthouden.

Zuslief stelde voor om ons uitje aanstaande woensdag naar de kringloop, dankzij de nieuwe ontwikkelingen, dan te vullen met spelletjes. O jee. Dat is niet mijn kopje thee, om met de Engelsen te spreken. Ik ga straks voorstellen of we niet een restaurant in de buurt een hart onder de riem kunnen steken door ze een uitgebreid diner te laten bezorgen. Lekker lang tafelen in de middag. We hebben elkaar al tijden niet gezien, dus er valt heel wat te bespreken. Meer is niet nodig voor een fijn samenzijn. Als compensatie kan er daarna nog wel een spelletje in. Het leven is geven en nemen.

Voor een zware lockdown suist er hier beneden mij nog heel wat verkeer over de weg. Zoonlief was al om negen uur aan de wandel rond de plas hierachter. Ik heb slechts koffie gemaakt, de zaterdagse krant mee naar boven gezeuld en Pluis uitgelaten en weer binnengehaald. Dat zijn al twee trappen op. Onder de omstandigheden vermoeiend genoeg. Nu blijven de liedjes van gisteren al anderhalve dag door mijn hoofd spoken. ‘Oh don’t deceive me, oh never leave me…lalalalalala A poor maiden so’. Bij het lalala zijn de woorden me ontschoten.

Vaag had ik afgesproken met dochterlief de puddingvormen uit te zoeken en op te schonen. Ooit had ik bedacht dat ze best een beetje antiek waren en bij mijn verhuizing hier naar toe, ruim dertig jaar geleden, had ik ze omzichtig in krantenpapier gepakt en op de bovenste plank van de gangkast gestald. Ze zijn er niet meer uit gekomen. Wonderlijk dat ik ze verzamelde, want toetjes zaten nooit in het systeem. Er zitten nog meer merkwaardige verzamelingen aan keukenspullen in die kast. De deur kan dicht en op slot. Alles wat dan even uit het zicht moet, verdwijnt erachter. De kast van het grote vergeten. ik voel een verhaal aan komen.

Straks ga ik me echt opnieuw storten op het doek van de vier zusters. De verhoudingen zijn me al maanden een doorn in het oog, bovendien heb ik het gezicht van een van de meiden weggevaagd, in een rigoreuze bui, omdat ze te cartoonachtig was. ‘Vernietig je lievelingen’, nog zo’n goede raad uit het Engelse. Een sprankelende opzet moet er voor in de plaats komen. Geen idee of het erin zit. Dat merk ik wel, als ik verder ga.

Een mail van de tuin. Iemand is tegen het ijzeren toegangsweg gereden. Het is lastig in en uitkomen. Er komt een nieuw hek, maar dat betekent vermoedelijk ook weer ontelbare nieuwe sleutels die verdeeld moeten worden. Normaal kom je met een kleine voiture wel door één hek, maar dan moet je toch nog altijd voorzichtig en berekenend erdoor. Dat is kennelijk niet gelukt.

Straks komt de vriend van de Historische kring een kerstgratificatie brengen, die niet door de brievenbus past. Hij neemt zijn dochter mee, die ooit als verlegen meisje bij mij de groep in stapte. Nu is het een mooie zelfverzekerde tiener, die de sterren van de hemel speelt op haar dwarsfluit. Een heerlijk vooruitzicht, zo’n middag-causerietje. En een verrassing. Ik ben gek op verrassingen. Er gaat niets boven een doos vol hebbedingetjes met lekkers, die je vervolgens zal delen met wie er bij past. Wie deelt, heelt.

5 gedachten over “Wie deelt, heelt

  1. Heel vervelend voor je, dat sukkelen met de longen.
    Wat een prachtige vrolijke foto van de vier zussen! Lijkt me erg moeilijk om te schilderen?

    Like

Reacties zijn gesloten.