In de nieuwe Mensenkinderen staat een mooi stuk van Geert Bors over Het Onwijs Grote Filosofie Doeboek 2020. Het opent met een citaat van de filosoof Sabine Wassenberg, de schrijfster van het boek. ‘Als je filosofeert kom je erachter dat het leven niet zwart-wit is maar oneindig kleurrijk’. Iets verderop illustreert ze dat perceptie kleur-bepalend is door een landschap vanuit een wereld van liefde en hoop in te laten kleuren en het andere vanuit een wereld van hebzucht en egoïsme. Een fantastische opdracht om in de groep uit te werken met de kinderen, gevoel in kleur verpakken, muziek eronder en gaan. Een wonderwereld bij de schoonste klanken en een donkere dreiging bij een aanzwellend geluid.
Ooit had ik een kind in de groep dat boos was op de wereld. Hij was fantastisch in het verbeelden van zijn gemoed. Als hij op het bord had geschilderd, prachtige kleurrijke tekeningen, dan pakte hij aan het einde de rode of de zwarte verf en liet alles verdwijnen onder dikke klodders rood of zwart. Kennelijk had hij het nodig om die dreiging van binnenuit handen en voeten te geven. Hij hield het stramien lang vol. In eerste instantie wilde hij er nooit over praten en dat was ook niet nodig. Ik wist dat de voorgeschiedenis een lange reeks van onzekerheid en ontkenning was geweest in een onveilige situatie. Hoe spijtig voor de mooie tekeningen ook, hij had het nodig en ik liet hem begaan. Hoe langer hij bij het gezin bleef, hoe meer er tussen het zwart en het rood licht en lucht kwam, letterlijk en figuurlijk. Het stabiele liefdevolle bestaan deed hem heel goed en het was fantastisch om te zien dat het hele wrokkige kind van het begin openbloeide en weer kon zijn. Zijn tekeningen groeiden met hem mee en op een gegeven moment was het ritueel van rood en zwart verdwenen.
Toen het Coronavirus een feit was en de wereld stil viel, lukte het, door te schilderen en opdrachten te vervullen, om het leven licht te houden en voortdurend spookte het lied van Robert Long door mijn hoofd. ‘En het is allemaal angst’. Angst kleurt een wereld anders in. Het maakt het zwaar en dreigend. Als het overheersend wordt, verdwijnen de lichtpunten. Om er niet mee besmet te raken(met die angst, niet met het virus) kwam de focus op het kleine geluk te liggen. Alles wat bloeide op het balkon, de zaailingen die overleefden, de wolkenluchten, Poes Pluis en haar lieve gebedel, de attenties van de zonen, de mooie bezoeken van dochters en vriendin op de galerij, het verzinnen van verhalen voor de kleinkinderen.
Daarna met elke overwinning die gedaan werd op het heroveren van de vrijheid. Een wandeling alleen, door een verlaten weiland, een fietstocht door het park, de kofferbakontmoetingen met de zussen. Allengs werd het uitgebreid. De stilte buiten was genieten en me zeer lief. O, kon die maar altijd blijven. Daarna kon het weer, op bezoek in de tuin, later binnen, knuffie van de kinderen, de tuin in al haar pracht. Geen moment heeft de angst mijn wereld kunnen kleuren omdat het fijner is in de wetenschap te leven dat er altijd, hoe klein ook, kleur en verwondering te ontdekken valt.
Met een boek voor de weetjes en de vragen, de feiten en de meningen en die wereld als leidraad voor het bestaan.
Berna, hoe mooi heb je dit weergegeven. Hoe mooi ook dat je in de onrust die er heerste toch alle goede dingen tot je nam om zo de dagen mooi te maken ❤️
LikeGeliked door 1 persoon
Dank je wel Ellie, ❤
LikeLike