Uncategorized

De dag roept

De hemel huilde gisteren een groot deel van de ochtend en de tuin was daardoor een brug te ver. In het veen is het dan te nat, er valt niet te maaien en onkruid trekken is geen pretje, omdat de kluiten zich verdichten en vasthoudend zijn. Weer om binnen aan de slag te gaan dus. Ik had het vorige week al eens op de heupen gekregen en was beneden aan de gang gegaan, maar nu moest de zolder het ontgelden. Daar sliep zoonlief ongezellig te midden van afgedankte spullen uit de kamer van de tweede.

003

De stofzuiger rolde achter me aan en elke hoek moest van goede huize komen om te ontsnappen aan mijn rigoureuze opruimwoede en het stofhappen. Boven was ooit het atelier. Meer uit nood geboren en nooit mijn lievelingsplek geweest, omdat de hoge ramen het naar buiten kijken beletten. Met mijn behoefte aan ruimte en weidsheid voelde ik me op de zolder ingekapseld, als in een cocon, waardoor het gevoel van vrijheid ontbeerde.

Ik worstelde me door de ladekasten, de oude lamp, de paperassen, de schoolspullen heen, zocht uit, gooide weg wat overbodig was, las en herlas sommige stukken. Ergens lag het functioneringsgesprek van lang geleden tussen. Volstrekt achterhaald en niet meer van belang. Vluchtig nam ik de oude voornemens door om bepaalde hiaten van mezelf aan te pakken en te verbeteren. Reflecties op je eigen handelen zijn wonderlijke zaken. Vooral als de situatie waarin je verkeerde in rook is opgegaan en het een en ander totaal niet meer relevant is. Al die emoties die het los maakte liggen ver achter me. Een van de voordelen van vrij zijn.

Langzaam kwam er lijn in het geheel en lukte het om alles weer te ordenen tot een samenhangend geheel. De tafel was leeg, er was een gezellig zitje. Op de overloop stonden mijn doeken in de hoek. Ik bekeek een en ander kritisch en zag door de beelden heen de worstelingen, bloed, zweet en tranen om tot resultaat te komen, de beeltenissen die allen een zweem hadden van de werkelijkheid. Mijn verleden en ik. Zo wandelde ik door de jaren heen in sneltreinvaart en was er het besef van het vervliegen van de tijd.

De stofzuiger had er lak aan en maande me door te werken. Onder mijn handen werd gesorteerd, de zeven doeken van de kleine prins, de koning, de dronkenlap, de lantaarnopsteker, de zakenman, de geograaf, de ijdeltuit en de kleine prins zelf, waren elkaar uit het oog verloren. Het waren de allereerste doeken in olieverf, als ik me het goed herinner. Er staat nog steeds veel echte rommel tussen, die naar beneden getransporteerd moet worden en onmiddellijk diende een volgend project zich aan. De schuur. Volgestouwd met de overtolligheid van het bestaan. Alles wat weg kon stond te wachten op een belletje naar de gemeente. ‘Stel niet uit tot morgen wat gij heden doen kunt’, hoorde ik ergens temen in mijn hoofd. Maar mijn rug sprak andere taal. Het was genoeg geweest.

002-3.jpg

Het beloofd een prachtige nieuwe dag te worden.  Ik geniet al twee uur van het ochtendleven. De kauwtjes blijven onrustig en vliegen af en aan, ze houden de kleine gierzwaluwen op afstand, die nestelen onder de daken van de andere flats. Merel negeert het gekakel van de druktemakers en bracht net vlakbij zijn mooie trillers ten gehore. De houtduiven koeren met elkaar een vraag en antwoord spel. De eerste auto’s komen langs, terwijl de zon al boven de boomtoppen uit komt. In de benen maar weer, de dag roept.

 

 

 

 

002-3.jpg

3 gedachten over “De dag roept

Reacties zijn gesloten.